Vandaag bezocht ik de laatste dag van het Murakami Weekend op de SS Rotterdam, in Rotterdam. Ik ben een liefhebber van Japanse literatuur, en in het bijzonder van het oeuvre van Haruki Murakami. Bovendien heb ik al jarenlang een fascinatie voor de Japanse cultuur. Vandaag kwamen beide prachtig samen. Het tweede deel van De Moord op de Commendatore ging ook mee in de tas. Bijzondere zondag.
Het is bijzonder om mee te maken hoe allerlei disciplines en mensen geïnspireerd worden door het werk van Murakami. Ik heb vandaag twee mooie documentaires gezien, bovenstaande Dinner with Murakami van Yan Ting Yuen en Dreaming Murakami van Nitesh Anjaan over de Deenste vertaalster van Murakami, Mette Holm.
Dinner
Dinner with Murakami had ik eerder gezien, maar ik was benieuwd naar de inleiding van Luc van Haute, die een reeks vertalingen van Murakami in het Nederlands op zijn naam heeft staan. Hij gaf aan dat er rondom Murakami en zijn werk drie cliches zijn die eigenlijk niet kloppen. Murakami zou allereerst (1) ‘onjapans’ zijn, vanwege allerlei westerse invloeden. Dat vind hij een vreemd argument: Murakami beschrijft de ‘gewone’ Japanse samenleving van nu, en daar wordt al decennia lang óók spaghetti gegeten en naar de Beatles geluisterd. De Japanse literatuur uit de jaren ’20 van de vorige eeuw bevatte ook westerse invloeden.
Ten tweede zou Murakami (2) mensenschuw zijn. Eerder mediaschuw geeft Van Haute aan. Na het overweldigende succes van Norwegian Wood is hij weggevlucht voor zijn succes en heeft een jaar of tien in de Verenigde Staten gewoond. Dolf Jansen verwoorde het in zijn bijdrage goed: Murakami maakt alles klein, of het nu om schrijven of hardlopen gaat, je doet het omdat je het leuk vindt om te doen. Daar past een bescheiden houding bij.
Het derde cliche volgens Van Haute was dat je Murakami’s werk beter in het Engels kunt lezen dan in het Nederlands, wat volgens hem grote onzin is natuurlijk.
Dreaming
Deze documentaire wilde ik graag zien! De documentaire geeft de kijker een inzicht in het werk en leven van Mette Holm, die bijna al het werk van Murakami in het Deens heeft vertaald. De documentaire wordt ingeleid door Elbrich Fennema, zij vertaald ook werk van Murakami in het Nederlands. Zij maakt duidelijk dat Mette Holm voor de Denen de stem van Murakami is. Zij vergelijkt een vertaling van de brontekst als een muziekstuk die geïnterpreteerd wordt door de dirigent: een vertaling is per definitie persoonsgebonden, je kunt alleen verwoorden wat je begrijpt. Bij een vertaling is er soms sprake van ‘lost in transation’, maar je ontsluit ook iets.
We zien Mette Holm werken aan een vertaling. “Perfect proza bestaat niet. Net zomin als perfecte wanhoop”, is de zin uit Luisteren naar de Wind waar Holm mee aan het stoeien is. De Japanse taal kent veel homoniemen, en het is niet eenvoudig om de exacte bedoeling en lading van het woord mee te geven in een vertaling. We zien Holm in binnen en buitenland advies inwinnen over de juiste vertaling. Maar we zien ook haar liefde en respect voor de Japanse cultuur. Wat prachtig gedaan is in de documentaire is hoe werkelijkheid en fictie in elkaar overvloeien, het magisch-realistische karakter dat in veel van Murakami’s boeken terugkomt. We zien de kikker in strijd tegen Worm en de twee manen aan de hemel. Ze zijn net zoveel onderdeel geworden van Holm als van Murakami.
Murakami moments
Wat boeit mij zo in het werk van Murakami. Ik vind dat moeilijk om uit te leggen. Ik ben geen literair expert. Feit is dat als ik eenmaal begin met een boek van hem ik niet zo makkelijk stop. Dat gebeurde het allereerst met De Opwindvogelkronieken, een cadeau van een collega aan Claire. Zij kwam er niet doorheen, ik ben er toen aan begonnen en heb niet meer omgekeken.
Het zijn de Murakami moments. Je leest eigenlijk over gewone mensen, met een ‘gemiddeld’ leven, en dan gebeurt er iets compleet vreemds. De term magisch realisme wordt gebruikt, en dat is zeker wat mij trekt. Twee werelden. De dualiteit in de personages: het conflict tussen de innerlijke en externe zelf, zoals Holm het in de documentaire verwoord. De schaduw als thema, want zonder schaduw geen licht. Onthechting. De geïnterviewde psychologe in Dinner with Murakami benoemt het begrip ‘nani-ka‘, vertaald als ‘het iets’ dat in je beweegt. Het ‘iets’ dat de personages in de boeken van Murakami vaak kwijt zijn. Het zijn thema’s die mij boeien. Murakami slaagt er in om een gevoel te creëren zonder dat ook echt te benoemen.
Filosofie
Ype de Boer heeft het werk van Murakami met een filosofische bril gelezen. Hij verteld daarover naar aanleiding van zijn boek Murakami, en het gespleten leven. Wat voor levens leiden de personages van Murakami, is zijn vraag. Het filosofische vraagstuk dat volgens De Boer het meest nadrukkelijk naar voren komt is gespletenheid. Het zijn de twee werelden die in veel van het werk van Murakami terugkomen. Gespletenheid in de werkelijkheid maar ook de innerlijke gespletenheid in de personages van Murakami. De Boer noemt een aantal keren de roman Hard Boiled Wonderland And The End of The World, een van mijn favoriete Murakami’s, waar het hoofdpersonage letterlijk gesplitst wordt van zijn schaduw.
De Boer beschrijft dat de personages in Murakami vaak niet zo’n heel bijzonder leven leiden: alledaags, in comfort en routine. En dan gebeurt er iets dat een kloof veroorzaakt met als gevolg een ander zelfbeeld. Een andere wereld waar ze de spelregels niet kennen. Ze houden aan de ene kant vast aan de ene wereld, staan met één been in de andere wereld met desoriëntatie als gevolg, verteld De Boer. Spanning tussen zelfbehoud en zelftransformatie.
Hoe gaan de personages hier vervolgens mee om? Volgens De Boer kan je drie dingen doen. Je kan gaan voor (1) zelfbehoud, de confrontatie aangaan met de gespletenheid. Maar het wordt een zelfontworpen isoleercel, de personages worden een lege huls. Je kan de gespletenheid ook opvatten als (2) crisismoment op basis waarvan de ware identiteit gevonden moet worden. Of de gespletenheid (3) niet als probleem opvatten, maar te omarmen als een consequentie van het bestaan. Het is jouw identiteit.
Maar, zo geeft De Boer aan, in de werken van Murakami komt die ‘echte identiteit’ nooit voor. De gespletenheid verdwijnt niet. En dat is ook Murakami, hij laat soms opeens iets weg, laat een verhaal eigenlijk niet eindigen. Je identiteit wordt gevormd door te kijken naar de verschillende beelden in je leven, en je er van bewust te zijn dat jouw identiteit nooit overeenkomt met die beelden. Respecteer de gespletenheid en laat de controle los. Hoe kan je open staan voor anderen als je weet wie je bent? Hoe kan je beïnvloed worden anderen als je weet wie je bent?
Het zijn woorden die mij persoonlijk raken. Omarm de gespletenheid…, omarm het nani-ka.
Ja! Bijzondere dag! Verder nog genoten van restje van een les Japanse kunstgeschiedenis van Menno Fitski van het Rijksmuseum, ballet van Besim Hoti en Dolf Jansen over Murakami en hardlopen, maar toch vooral over zichzelf. Erg gelachen. Dit alles op een mooie locatie, op een mooie zonnige dag.