Gisteren was ik aanwezig bij de kick-off bijeenkomst van het SURF Trendrapport Onderwijs op Maat 2016. Dat trendrapport zal de komenden maanden worden samengesteld door de verschillende schrijfteams om op Dé Onderwijsdagen gepresenteerd te worden. In het ochtendgedeelte bestudeerde we een aantal huidige trendrapporten (lees hier). Het doel van trendrapporten gericht op onderwijs en technologie is het identificeren van de huidige technologische trends op het gebied van onderwijs en ICT. En dan? Michael van Wetering sprak hierover naar aanleiding van het Kennisnet Trendrapport 2016-2017, een technologiekompas voor het onderwijs. Uiteindelijk dient de discussie niet over de trends te gaan, maar over hoe ICT bijdraagt aan leren en onderwijs.
Michael geeft aan dat de doelgroepen voor het Kennisnet Trendrapport, PO, VO en MBO, zeer verschillend zijn. De doelgroepen kennen allen hun eigen uitdagingen als het gaat om het benutten van ICT ten behoeve van leren en lesgeven. Dus de discussie moet niet over de trends gaan, maar over hoe ICT bijdraagt aan leren en onderwijs. Wat gaan doen we met die grote rijkdom aan informatie over ons handelen, om deze in te zetten ter ondersteuning van het leren? Wat gaan doen we met de impact van robotisering, machine learning, data-mining, learning analytics, etc.? Dat zijn vragen die belangrijk zijn voor instellingen bij het bepalen van een strategie bij de implementatie van technologie. Het trendrapport van Kennisnet maakt inzichtelijk welke technologische trends de komende vijf jaar een impact zullen hebben op het onderwijs, maar het bevat ook instrumenten om onderwijsinstellingen te helpen bij het realiseren van hun visie. Michael benoemt drie instrumenten.
De Hype Cycle
Elke trend begint als hype, en maakt een bepaalde cyclus door: de ontwikkeling van hype naar een algemeen geaccepteerd product. De Hype Cycle van Gartner is een instrument dat de ontwikkeling van nieuwe technologieën in kaart brengt. Michael geeft aan dat de Hype Cycle is bedoeld als risico-analyse instrument voor organisaties: wanneer moet je investeren in een technologie? Is er een wenkend perspectief voor rendement. Investeren in technologie in het onderwijs is interessant als het een hoog rendement heeft, als het leren er door verbeterd, als het onderwijs er efficiënter door wordt.
Te vroeg investeren in technologie, als de verwachtingen de daadwerkelijke mogelijkheden overstijgen, is wellicht niet verstandig. Michael geeft echter ook aan om niet zomaar op te geven als er nog geen rendement is, wellicht kan dat op andere manieren nog bereikt worden. Ambitie om te willen weten hoe technologie kan bijdragen aan beter leren is niet verkeerd, maar neem dan een calculated risk. Je kunt ook te laat investeren in een technologie: als je weet dat een technologie van grote waarde is voor het onderwijs maar er niet in investeert. Het is tot slot ook mogelijk om een technologie te lang te gebruiken, het is van belang om tijdig afscheid te nemen van technologie die niet meer nuttig is. De Hype Cycle helpt dus bij het beslissen van het juiste moment om technologie te implementeren in de organisatie, waarbij er steeds sprake is van een mix van risico en beoogd rendement.
SWOT-analyse
Bij de implementatie van technologie is het van belang dat er bewuste keuzes worden gemaakt. En dat vraagt kennis over de kracht en zwaktes van de technologie-trend, en kennis over de kansen en bedreigingen voor het onderwijs. In het trendrapport worden er dergelijke SWOT-analyes gemaakt.
Strategic Technology Map
Michael benoemt als laatste instrument de Strategic Technology Map (STM, ook van Gartner), met als doel om de implementatie van technologie te beschouwen binnen een ecosysteem van verschillende ICT-bouwblokken. Het betreft een matrix met twee assen en vier kwadranten. In het trendrapport worden verschillende voorbeelden beschreven.
De verticale as betreft de organisatorische productiviteit, de horizontale as de persoonlijke productiviteit. Wie levert de inzet van technologie wat op? Het kwadrant linksonder (cold case/enabler) betreft technologie die ondersteunend is. Denk bijvoorbeeld aan wifi. Dat betreft een voorwaardelijke investering bij de implementatie van bijvoorbeeld tablets. De tablet is een voorbeeld van een technologie die past bij het kwadrant rechts onder (people’s choice), een device waarbij een hoge productiviteit wordt ervaren. Voor de organisatie levert een dergelijke inzet van de tablet nog niet veel op. Maar door bijvoorbeeld het mogelijk maken van een instellingsappstore waardoor er binnen de organisatie gemakkelijk apps geïnstalleerd kunnen worden op de persoonlijke devices, levert dat de organisatie wel wat op. Een dergelijke investering vind je dan terug in het kwadrant linksboven (corporate green light). In het kwadrant rechtsboven (hot spot) is er sprake van een hoge mate van zowel organisatorische als persoonlijke productiviteit. In het voorbeeld van tablets is er bijvoorbeeld geïnvesteerd in een digitale leer- en werkruimte die het mogelijk maakt dat er binnen de organisatie samen leren en werken mogelijk gemaakt wordt.
Het maken van een STM maakt inzichtelijk dat er nooit sprake is van de implementatie van een enkele technologie, maar dat er altijd sprake is van een combinatie van technologieën. En elke STM kent zijn eigen pad. Door kritisch te kijken naar alle kwadranten krijg je ten eerste een compleet beeld van de gehele investering, maar zie je ook met welke stakeholders je de dialoog moet aangaan om te zorgen voor een gedragen visie en committment.
Ten slotte
Michael sluit zijn verhaal af met de opmerking dat niet verstandig is om blind mee te gaan met trends, maar je moet ook niet doen alsof ze er niet zijn. Denk na over wat trends betekenen voor de organisatie, voor het leren en onderwijs. En maak vervolgens een beredeneerde keuze.