Op de studiedag van het VELON verzorgde Ellen van den Berg, lector Rich Media & Teacher Learning bij Saxion, een keynote over professionele netwerken. Van den Berg nam ons mee in het leren begrijpen van professionele netwerken vanuit een leertheoretisch perspectief om dit vervolgens te verbinden aan de praktijk. En hoe kun je nu studenten van de lerarenopleidingen betrekken bij dit professionele netwerk?
Professioneel
Professionele kennis betreft de kennis en kwaliteiten om je vak goed uit te voeren. Het gaat om kennis voor, in en van de praktijk. Bij (1) kennis voor de praktijk betreft het het handelen op basis van een gefundeerde kennisbasis. De praktijk is hierbij de toepassing. Bij (2) kennis in de praktijk draait het om het oordeelsvermogen om in een complexe beroepssituatie op het juiste moment de juiste kennisbronnen in handelen om te zetten. De praktijk is hierbij de oefenomgeving. Bij (3) kennis van de praktijk gaat het om reflectie. Professionele leraren onderhouden, delen en ontwikkelen kennis. De praktijk is hier een professionele leergemeenschap of professioneel lerende gemeenschap.
Professioneel kapitaal
Ten aanzien van de professionele leergemeenschap is het concept professioneel kapitaal van Hargreaves & Fullan van belang. Dit kapitaal bestaat uit human capital (de kwaliteiten van individuele docenten), social capital (de kwaliteiten van een groep docenten, en hun omgeving) en decision capital of besluitvormingskapitaal (het talent om de juiste beslissingen op het juiste moment te maken om daarmee gestelde doelen optimaal te realiseren).
Van den Berg richt onze aandacht op het aspect social capital en verbind dit met het construct collective teacher efficacy. Het vertrouwen dat leraren als groep in elkaar hebben om ambities met elkaar waar te maken. De invloed van dit aspect op de prestaties van leerlingen is groot, en moet volgens Hattie gezien worden als de meest beïnvloedende factor (effect size 1.57).
Het belang van professionele docentnetwerken is dus groot. Van den Berg benoemt een aantal bronnen die meer inzichten geven in professionele leergemeenschappen van docenten. Fleur Binkhorst heeft een proefschrift geschreven over de implementatie van teacher design teams. Het leren in teacher teams staat centraal in dit artikel van Pieters & Voogt.
Samen leren
Er wordt veel geleerd in deze professionele netwerken, geeft Van den Berg aan. Om hier meer vat op te krijgen, benoemt Van den Berg enkele leertheoretische uitgangspunten.
Sociaal-constructivisme
Kennis is iets dat actief verworven en verwerkt wordt, hierbij hebben we anderen nodig om te leren. Taal en symboliek spelen hierbij een belangrijke rol. Leren is het verlenen van betekenis in een context. De zone van naaste ontwikkeling.
Cognitieve flexibiliteitstheorie (CFT)
CFT stelt dat de toepassing van abstracte begrippen in nieuwe situaties beter wordt geleerd als deze gekoppeld worden aan veel verschillende voorbeelden vanuit verschillende perspectieven (lees hier meer over CFT). Wij herkennen abstracte concepten in situaties, en ondanks dat wij het aan onze studenten uitleggen, zien zij het in eerste instantie vaak niet. Studenen kunnen de abstracte begrippen nog niet wendbaar inzetten. Van den Berg pleit voor case-based learning, waar de abstracte begrippen worden gekoppeld aan concrete ervaringen. Docenten en studenten stel je bloot aan deze concrete ervaringen via o.a. het professionele netwerk waarin zij zich bevinden.
Situated cognition
Kennis is verankerd in de activiteit en is gebonden aan de sociale, culturele en fysieke context. Door de activiteiten en interactie in een authentieke beroepssituatie wordt socialisering bevordert.
Netwerkleren
Gebaseerd op het gedachtengoed van het connectionisme en het connectivisme van Siemens, waarbij kennis gerepresenteerd wordt als knooppunten en verbindingen in een netwerk. Kennis zit daarbij niet alleen in mensen, maar ook in dingen. In een netwerk leren mensen van elkaar, maar dat leren kan ook gemedieerd worden door een ding, zoals een boek, een video of webpagina. Het zijn boundary objects die helpen om de kennis uit het ene netwerk over te brengen naar het andere netwerk.
Het betreft hier ook Engeström’s activiteitentheorie (in deze blogpost heb ik daar kort over geschreven), waar Van den Berg verder niet op in gaat, maar wat wel inzichten geeft in een context waarin mensen met elkaar samenwerken aan producten, en waarin leren kan ontstaan. En hoe kan je leren bevorderen tussen verschillende activiteitensystemen? Boundary crossing.
Leren in netwerken vraagt om het spreken van elkaars taal. Taal is belangrijk in een sociaal proces als leren. Maar taal is tegelijkertijd ook abstract, de CFT helpt ons om verbinding met de praktijk te maken. Situated cognition leert ons iets over het belang van de sociale context, inclusief de waarden en normen. Socialisering en explicitering van praktijkkennis. Het connectionisme leert ons ook de rol van objecten in het leerproces te begrijpen. Technologie speelt hierin een centrale rol: welke tools gebruiken we om in netwerken te leren en maken deze tools ook het leren tussen die netwerken mogelijk?
Praktijk
Van den Berg noemt enkele voorbeelden uit haar eigen praktijk, waarin een team onderdeel is van een samenwerkingsnetwerk in de regio. De leden van dit team zitten zelf ook weer in andere teams. Juist in deze complexe situaties bleken boundary objects heel belangrijk om de netwerken met elkaar te verbinden. Zoals een team ‘mobiel leren’ dat de kennis verzameld in een rekenapp overzicht. In dergelijke professionele netwerken kan je ook studenten uitnodigen en laten leren, en studenten geven ook aan wat ze in deze netwerken hebben geleerd en hoe ze dat hebben geleerd.
De voorbeelden sluiten aan op een eigen situatie waarin ik met een team docenten en leidinggevenden van vier verschillende scholen, en onderzoekers van het lectoraat TLT, ontwerpgericht onderzoek ga doen naar de transformatieve inzet van mobiele technologie. Ik tracht hierbij ook opleiders en studenten van de lerarenopleiding te betrekken. Het belang van een dergelijke opzet gaf Miranda Timmermans al aan in een eerdere keynote. De bijdrage van Van den Berg helpt mij in het visualiseren van ‘mijn’ samenwerkingsverband en hoe hierin het leren bevordert kan worden.