…increasing the access of students to machines, from 125 students per computer to currently less than 4:1 does not automatically lead to teachers and students using computers for instruction routinely. Access to an innovation, then, does not mean frequent teacher use in classrooms.
Larry Cuban vergelijkt in “Blaming Doctors and Teachers for Underuse of High-Tech Tools” de situatie in het (Amerikaanse-) onderwijs met een voorbeeld uit de Amerikaanse gezondheidszorg. Het blijkt dat ziekenhuizen en artsen zog. ‘Electronic Health Records (digitaal patientvolgsysteem) nauwelijks of maar gedeeltelijk toepassen in de dagelijkse praktijk, ondanks de belofte dat deze systemen ‘de kwaliteit van zorg zouden verbeteren’. Artsen zien het blijkbaar niet als de oplossing, want vinden dat het niet efficiënt werkt, hebben moeite met de vaak complexe systemen, zijn kritisch over de kosten en vinden dus dat het onvoldoende aansluit bij de dagelijkse medische praktijk.
Ondanks het feit dat deze applicaties door IT-bedrijven worden gemaakt, en het maar de vraag is hoe diep hun inzichten zijn in de dagelijkse medische praktijk, krijgen de artsen de schuld van het niet gebruiken van de applicaties. Hij noemt drie oorzaken:
- Te hoge verwachtingen van de resultaten van de technologie in handen van de artsen en docenten. Het gaat om dure technologie, hoge investeringen, dus de gebruikers moeten het wel omarmen als de oplossing! Als dan blijkt dat het gebruik tegen valt, dan bieden de docenten en artsen weerstand.
- Dergelijke ICT-toepassingen zijn gericht op het efficiënter registeren en uitvoeren van handelingen, terwijl dat zeker in het begin veel tijd en energie vergt om er op die wijze mee om te gaan. Dat kan dan de dagelijkse praktijk domineren, terwijl de focus juist moet liggen op het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de patiënten en leerlingen. En voor vertrouwen en respect heb je niet perse een ICT-toepassing nodig. Een reden waarom docenten en artsen terughoudend kunnen zijn.
- De ontwikkelaars van de IT -toepassingen hebben vaak geen compleet beeld van de dagelijkse praktijk van een docent of arts. Zij ontwikkelen de applicaties ‘in een andere cultuur’ en zijn gebonden aan andere regels. Met als gevolg dat de applicatie onvoldoende aansluit bij de dagelijkse praktijk.
Het lijkt me helder dat artsen en docenten in deze gevallen ten onrechte beschuldigt worden en dat hun expertise veel beter benut moet worden in het ontwikkelen van medische- en educatieve ICT-toepassingen.
Ik ben niet helemaal gelukkig met het voorbeeld van een digitaal patientvolgsysteem dat Cuban gebruikt. Een dergelijke toepassing, waar de focus vooral op die van de organisatie en administratie ligt, kun je niet zomaar vergelijken met ICT-toepassingen ten behoeve van instructie in het klaslokaal. Dan hebben we het vooral over ICT-toepassingen met een leerfunctie, die kennisverwerving en kennisconstructie van leerlingen ondersteunen en versterken.
Zijn er dan, naast de drie bovenstaande oorzaken, andere oorzaken aan te wijzen waarom docenten vaak de schuld krijgen van het weinig inzetten van ICT-toepassingen? Het ontbreken van voldoende ICT-vaardigheden bij docenten vind ik te gemakkelijk. Cuban heeft het in zijn verhaal bijvoorbeeld over artsen en docenten die thuis wel volop gebruik maken technologie.
- Docenten hebben onvoldoende kennis en/of zijn onzeker over hoe de technologie in te zetten om leerprocessen effectief te ondersteunen (digitale didactiek, arrangeren met digitale leermiddelen). Er is dan onvoldoende bewijskracht voor de docent dat de ICT-toepassing echt meerwaarde heeft, het ontbreekt aan overtuigende succeservaringen.
- Inzet van technologie past bij een instructiemodel waar de leerling meer architect is van zijn eigen leren en waar de docent de rol van begeleider en coach heeft. Docenten kunnen moeite hebben om het vaak ‘veilige’ docent- en vakgestuurde instructiemodel los te laten, door gebrek aan kennis en vaardigheden, onvoldoende ondersteuning door de schoolleiding of door ontbreken van de wil.
- Docenten krijgen onvoldoende tijd en ruimte van de schoolorganisatie om de ICT-toepassingen op een verantwoorde wijze in te zetten. Het toepassen van ICT vraagt een andere voorbereiding dan een ’traditionele les’ en kost zeker in het begin vaak meer tijd. Dit wijst ook op het ontbreken van een goede visie op het leren met behulp van ICT bij de schoolleiding. De schoolleiding moet ruimte en ondersteuning bieden voorvoor experimenten en onderwijsontwerp.
Zijn er meer oorzaken? Het vingertje wijzen naar de docenten is te makkelijk. Belangrijk is dat de schoolleiding een duidelijke visie ontwikkeld over leren met en door ICT op de school en dat ook communiceert naar de collega’s. Het gaat hier om veranderingstrajecten, om de ontwikkeling van een kritische community of practice. Ik vind dat dergelijke trajecten al op de opleiding beginnen.
(Op iLearn2011 zal een student een sessie verzorgen over hoe het komt dat er vaak drempels worden ervaren door docenten bij het gebruik van ICT, soms zelfs zichtbaar in frustratie. Dat inspireerde mij tot het schrijven van deze blogpost.)
Afbeelding: a2gemma @Flickr