Weinig gebruik van ICT in de les? Geef docenten maar de schuld.

Ik hoor graag uw reactie!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

  1. Ik beschouw me als een ict-vaardige docent. In de les gebruik ik vooral powerpoint [thuis voor te bereiden] en multimedia van internet [alles gepresenteerd op digibord], omdat contactmomenten vooral geschikt zijn voor vakaanbod aan een groep, steeds afgewisseld met met leergesprekken ter verwerking. Tussen lessen door verwacht ik veel van elo [zowel online en asynchrone communicatie], met of zonder sociale media. Grootste probleem: organiseren van een dynamiek [liefst zelfs een flow], waarin studenten hun eigen leerproces ter hand gaan nemen, in plaats van te wachten op mijn opdrachten, en die op et laatste moment in te leveren, waardoor ik onvoldoende tijd heb voor feedback voor het volgende contactuur.
    Leg ik nu teveel schuld bij studenten, die niet voldoen aan mijn verwachtingen van digital natives?
    Wij, docenten, zijn begeesterd van ‘leren’, maar voor de meeste studenten blijft communicatie met leeftijdgenoten het belangrijkste, en dat kunnen ze nu digitaal intensiever uitleven dan wij konden in het predigitale tijdperk.

  2. Ik zou graag ook een gaatje openhouden voor de opvatting dat ICT in feite helemaal niet zo nuttig is in het onderwijs. Hierboven lees ik alleen dat leraren dat slechts *vinden*, er te weinig over *weten* en niet bekend zijn met de (?) successen.

    Daarbij is de gedachte dat leerlingen zelf ‘architect’ moet worden van ‘eigen leerprocessen’ en de leraar moet ’terugtreden’ en ‘coach’ moet worden, erg populair onder niet-leraren en nogal impopulair onder leraren. Behalve bij hen die het eigenlijk wel best vinden om zich als coach op te stellen, maar dat hebben we dan weer niet gecorreleerd aan feitelijke leerprestaties. De constructivistische onderwijsopvatting begint aan populariteit te verliezen en daar ben ik niet zo rouwig om. Bewezen heeft die zichzelf namelijk nooit, en de belangen zijn nogal groot.

    Tja, tijd, genoeg tijd… dat willen we allemaal wel. Punt is dat de schoolleiding nooit structureel meer tijd gaat geven voor lesvoorbereiding, of hooguit in de vorm van een ‘pilot’ waar dan anderen weer door harder te werken voor moeten compenseren.

    We zijn nu vijftien jaar bezig om, aanvankelijk stevig gesubsidieerd, computers het onderwijs in te hijsen. De apparaten staan er wel, er zijn wat leuke of nuttige softwarepakketjes hier en daar. Maar de – voor sommigen – mooie droom dat ICT ons onderwijs, of het onderwijs in de rest van de wereld, een enorme douw de goede kant op geeft, is nog lang niet uitgekomen.

    Kijken we naar landen die uitstekend scoren op onderwijsgebied, dan zien we ook daar dat het heil er niet door computers gekomen is, maar door de inzet van heel goede docenten en het stellen van hoge eisen.

    Als de specialist en de leraar dus nog even sceptisch blijven t.a.v. het elektronisch patiëntdossier dan wel de elektronische leeromgeving, dan hebben ze daar niet per definitie ongelijk in. Die simpele waarheid is voor computerliefhebbers moeilijk te verteren.

  3. Titaantje, ik was destijds goed in wiskunde. Maar ik zat het huiswerk voor wiskunde wel mooi ’s ochtends vroeg vlak voor de les te maken. Deadlinewerker dus. Die vorm paste mij goed, en ik haalde hoge cijfers.

    Leerlingen zoals ik bestaan er nog steeds, mijn indruk is zelfs: steeds meer (doordat we steeds latere deadlines zijn gaan stellen), en hun manier van werken past echt niet bij jouw ideaal van ‘lever het vroeger in, dan kan ik feedback geven’. Als ‘onderwijsconsumenten’ zien ze jouw feedback als een facultatief hulpje, niet als een verplicht nummer. Daarom gaan ze gemakkelijk en massaal aan jouw wens/eis voorbij.

    En reken er maar op dat als jij het in te leveren tijdstip vervroegt, dat ze dan weer vlak voor dát tijdstip gaan zitten werken. En dat zijn heus niet alleen de ongemotiveerde leerlingen. Het is de aard van het beestje. Onze werkwijzen moeten passen bij de aard van die beestjes.

    Zoals de te gebruiken gereedschappen ook moeten passen bij de gebruiker. Leraren gaan niet twee weken van tevoren al hun lessen voorbereiden. Ze gaan ook niet een uur eerder naar school om apparaten, software of een netwerk op tijd draaiend te krijgen. En het is nog altijd een stuk gemakkelijker om de instructie te geven ‘pak je boek, p. 37, opdracht twee’ dan om te zeggen ‘we gaan naar het computerlokaal, twee personen per computer, eerst log je in op de elo, dan maak je een map aan in je dossier, neem een kopie mee van deze opdracht, je slaat je werk op onder bestandsnaam X, niet vergeten uit te loggen’.

    Echt, die computer krijgt zijn functie wel in het onderwijs. Voor een deel is het nu al ’the best of both worlds’, met leerlingen die zichzelf behelpen. Maar reken de praktijk niet af aan een ideaalbeeld, dat gaat mis.

Sliding Sidebar

%d