Eindelijk weer wat tijd om wat vakliteratuur weg te werken. Bovenop de stapel lag Nu leren voor morgen, 25 gesprekken over eigentijds onderwijs. Samengesteld door Erno Mijland, die 25 interviews heeft afgenomen met specialisten in- en om het onderwijs, in gesprek over de huidige ontwikkelingen en over visie op leren en onderwijs.
Ik heb het boekje, met voor mij herkenbare verhalen, met veel plezier gelezen, met vooral de studenten op de lerarenopleiding waar ik werk in het achterhoofd. Dit boekje zou perfect passen in de onderwijseenheid “Onderwijsvernieuwing” die door onze onderwijskundigen wordt verzorgd en waar ik dit schooljaar een gastcollege voor verzorgde. Studenten werkten aan een herontwerp van onderwijs voor de ‘Obamaschool’. In de verhalen in dit boek genoeg stof om over na te denken voor dat herontwerp.
Toen ik het gastcollege verzorgde merkte ik onder ander op dat studenten ‘schrikken’ van de impact van al die ‘onderwijsvernieuwingen’ op hun visie op onderwijs en leren. Sommigen zien in dat hun visie op onderwijs die ze aan het ontwikkelen zijn misschien wel niet de juiste is. Anderen laten zich er enorm door inspireren en hun ontwikkeling neemt opeens een vlucht. Anderen zijn kritisch, kijken de kat uit de boom of gaan er fel op in. Het onderwijsdebat op kleine schaal!
Het doel van de onderwijseenheid “Onderwijsvernieuwing” is dat de studenten een beter beeld krijgen van wat zich allemaal afspeelt in het onderwijsdebat. Ik vind dat dit boekje een prima beeld geeft van dit debat, en zou wat mij betreft op de boekenlijst mogen komen te staan. De interviews over de toekomst van het onderwijs en de rol die overheid, scholen, leraren en leerlingen daarin hebben, over gemotiveerd leren, over onze pubers en technologie zijn een goede inleiding voor leraren-in-opleiding, die over een paar jaar het ‘onderwijs van de 21e eeuw’ gaan vertegenwoordigen.
“Scholen leiden op voor de jaren vijftig” (Adjiedj Bakas), “Geen motivatie, geen leren” (Luc Stevens), “Computer is een triviaal middel” (Ad Verbrugge), “De home zappiens kan multitasken” (Wim Veen), “Games maken de leraar niet overbodig” (Margreet van den Berg). De uitspraken van de geïnterviewden, de kritische vragen van Mijland, zijn goede inleidingen in het onderwijsdebat tussen studenten en bieden basis voor verdere verdieping.
Het onderwijsdebat op een lerarenopleiding is dus van belang. Het zal de student ook helpen in zijn eigen positiebepaling en ontwikkeling. Wie ben ik als leraar en hoe sta ik zelf in het onderwijs? En dat is wat Mijland ook doet aan het einde van het boek, hij omschrijft de attitudes waar hij als kenniswerker voor staat:
1. Ik blijf m’n leven lang leren
2. Ik leer en doceer in dialoog
3. Ik ontwikkel een uniek T-profiel
4. Ik deel mijn kennis
5. Ik werk als een onderzoeker
6. Ik durf te kiezen
7. Ik focus op mijn passie.
Uit de verhalen in dit boekje spreekt passie en visie, en dat mag best overslaan op de studenten.