Vandaag organiseerde ik samen met mijn collega de tweede bijeenkomst van het BDB-traject voor een groep ‘nieuwe collega’s’ in Haarlem. Over de eerste bijeenkomst schreef ik vorige week. In deze blogpost beschrijf ik mijn indrukken van vandaag, ook om mijn collega’s op de andere locaties te informeren.
Begin van de bijeenkomst
Vandaag organiseerde ik zowel een ochtend- als een middagdeel. De ochtend stond in het teken van de opdracht waar de cursisten een college of bijeenkomst met studenten voorbereiden en uitvoeren, en deze als best practice indienen ten behoeve van peer- en expertfeedback. Het middaggedeelte stond in het teken van toetsing, een BKE-onderdeel. Studenten hadden zich voor deze bijeenkomst voorbereid door teksten in de handboeken (deze en deze) en digitale omgeving te bestuderen. Ook werd de video Teaching Teaching and Understanding Understanding bekeken.
Het eerste halfuur van de bijeenkomst is aan de cursisten. Voor vandaag vroegen we ze om een ‘pakkende’ opening van een bijeenkomst te pitchen, een opdracht die voortvloeide uit de bijeenkomst van vorige week. Vanaf volgende bijeenkomst brengen de cursisten zelf cases in om met elkaar te bespreken. Wat leveren de pitches op? Het geeft inzicht in de verschillende contexten van de cursisten, dat helpt om elkaar beter te begrijpen en te helpen. Het geeft inzicht in het beeld van onderwijs dat de collega’s hebben, en hoe zij hun rol als docent zien. Het maakt ook inzichtelijk dat veel cursisten ook ‘onbewust bekwaam’ zijn, onbewust keuzes maken die van invloed zijn op de communicatie met studenten. De cursisten grijpen ook de kans om gelijk hun vraagstukken te delen. Goed. Deze vraagstukken moeten zoveel mogelijk centraal komen te staan. Ik heb dit deel afgesloten met een ‘pakkende’ afsluiter.
Als brug naar een theoretisch onderdeel van het ochtendgedeelte liet ik de cursisten een aantal vragen via Socrative beantwoorden. Om de voorkennis te activeren, om de belangrijkste thema’s uit de teksten naar voren te halen, en om te kijken hoe deze teksten bestudeerd zijn. De Socrative-quiz was self-paced, en de studenten kregen onmiddellijk feedback op hun antwoord. De antwoorden roepen reacties op en dat is prima!
Beredeneerde lesvoorbereiding
Het lesvoorbereidingsformulier was vervolgens aanleiding voor de rest van het gesprek op de ochtend. Wij vragen de cursisten om te verantwoorden waarom zij een effectieve bijeenkomst met studenten hebben georganiseerd. Het lesvoorbereidingsformulier is een goed instrument dat de docent hierbij kan ondersteunen. Het dwingt je om na te denken over de beginsituatie van studenten en om te werken vanuit concrete lesdoelen die volgen uit de leerdoelen van een onderwijseenheid. Verder helpt het de docent om na te denken over de opbouw van de bijeenkomst waarbij wij uitgaan van VUT: vooruitkijken (start van de bijeenkomst), uitvoeren (de rest van de bijeenkomst) en terugblikken (afsluiten van de bijeenkomst).
Het voorbereiden van een bijeenkomst vraagt allereerst kennis over hoe studenten leren. We hebben gesproken over het informatieverwerkingsmodel en actieve kennisverwerking, een aantal perspectieven op leren en leesprocessen, o.a. gevisualiseerd middels het model van Mellander en de cyclus van Kolb (ervaringsleren), de leerstijlen van Vermunt, oppervlakte- en diepteleren. Ik kon enkele zijsprongen maken, o.a. naar het flipped classroom-model. We spraken over het belang van evalueren aan het ‘einde’ van een leercyclus, ook in een college.
Vervolgens hebben de cursisten hulp-vragen gekoppeld aan de onderdelen van het formulier. Welke vragen moet je stellen als het gaat om de start van de bijeenkomst: wat is de beginsituatie van studenten, wat is het overzicht van de bijeenkomst, hoe activeer ik de voorkennis van de student, etc. De cursisten gaan nu werken aan een lesvoorbereidingsformulier die ze in de digitale omgeving aanbieden ten behoeve van peer- en docentfeedback.
Toetsen
In de middag hebben we aandacht besteed aan de opdracht die de cursisten moeten maken in het kader van de BKE. Cursisten hadden het toetsbeleid en toetsplan van hun opleiding opgevraagd en enkele hadden een bestaande toets meegenomen. Deze toets wordt uitgebreid geanalyseerd op basis waarvan verbetervoorstellen worden gedaan, die vervolgens ook worden uitgevoerd. Centraal in dit onderdeel stonden de vraagstukken rondom toetsen: o.a. validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en efficiëntie. Vervolgens hebben we de constatering besproken dat studenten toetsgericht studeren, waarbij het concept van constructive alignment van belang is. De toetsvorm moet verbonden zijn aan het type leerdoel. Cursisten kwamen zelf met voorbeelden waarin opleidingen het aantal summatieve toetsen terugbrengen en zich meer richten op formatieve toetsing: assessment of learning en assessment for learning. De cursisten hebben de kwaliteitspiramide voor toetsen en beoordelen bestudeerd, met daarin de toetscyclus. Eye-opener hierin is o.a. de opmerking in het handboek dat alle inspanningen rondom valide en betrouwbaar toetsen vooral verricht worden voor studenten die tussen de 5 en 6 scoren.
Leerpunten
Wat ging er goed, wat kan er beter. De goede sfeer van vorige bijeenkomst was ook weer aanwezig in deze bijeenkomst. Ik vond dat ik zelf weer rust uitstraalde, en ik had eigenlijk geen enkele last van nervositeit of onzekerheid. Belangrijk voor mij. De cursisten dragen zeker bij aan de goede sfeer met hun inbreng: intelligente professionals die een en ander goed kunnen verbinden met hun praktijk, en goede vragen stellen. Dat maakt een interactief leergesprek mogelijk, waar ik zelf heel enthousiast van kan worden. Ik merk dat ik mijn kennis over onderwijs en leren wendbaar kan inzetten. Mijn collega gaf mij de feedback dat hij het knap vond hoe ik de vragen en opmerkingen van de cursisten eenvoudig kon verbinden aan voorbeelden en theorie. Fijn om te horen.
Punt van aandacht is de tijdsplanning. Het eerste halfuurtje werd drie kwartier, met Socrative waren we ook dik een half uur mee bezig, en met elkaar de theorie bespreken ten aanzien van het leren van studenten nam ook meer tijd in beslag. Ik ben daar dan wel rustig in: er is een goed gesprek gaande, de vraagstukken zijn van belang. Gevolg is wel dat ik een ochtend-onderdeel mee nam naar het middagdeel en dan komt er uiteindelijk iets in het gedrang: het toets-gedeelte.
Ik moest wat improviseren en een aantal zaken overslaan. Ondanks een activerende werkvorm, komen we ook snel weer in een complex leergesprek. En dan merk je dat zo ondertussen de energie wegvloeit, en bij mij zeker. Achteraf gezien ben ik niet geheel overtuigd van de effectiviteit van dit gedeelte. De sessie had het karakter van een introductie op de opdracht en toetsbeleid, en dan zit je toch al snel op het zenden en duiden van informatie. Cursisten hadden toetsbeleid en toetsplan bij zich, daar hadden ze iets mee kunnen/moeten doen. Of desnoods met elkaar alvast naar een toets kijken. Iets concreets, dat ook een beetje bij het karakter van een middag-sessie past.
Een knip in het midden van de bijeenkomst heeft dan toch wel zijn voordelen: je kan echt even schakelen van onderwerp, van modus. Ik vraag mij ook af of het voor de cursisten niet wenselijk is om een andere collega te zien voor dit onderdeel. We zijn een BDB-team aan het opbouwen, en daar zitten ook een aantal toets-specialisten bij die ook participeren in toets- en examencommissies. Ik heb hier geen directe ervaring mee. Aan de andere kant leer ik er zelf weer veel van.
Ik neem mij voor om mij de volgende keer beter aan de tijdsplanning te houden, waarbij ik blijf uitleggen aan cursisten wat de doelen zijn van de onderdelen van de bijeenkomst. Nu maak ik de keuze om een ander uit te laten lopen, maar het is wellicht goed om dat spoorboekje samen met de cursisten te bewaken. Het is al weer een tijd geleden dat ik dergelijke trainingen verzorgde, weer even wennen.
Nu de online peer-review organiseren in Moodle. De volgende bijeenkomst is pas weer over een paar werken, maar het leren gaat gewoon door in de herfstva…ehm… zelfstudieweken.