Het is al weer een paar weken terug, maar ik wil toch nog verslag doen van de Kennisnet bijeenkomst “ICT in de opleiding, nut of noodzaak?” op 17 november in het Spoorwegmuseum. Helaas heb ik de Hogwarts Express niet kunnen aanschouwen, maar wel gehaald waar ik voor kwam: de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de kennisbasis ICT in de lerarenopleiding. De middag leverde een aantal aanbevelingen op voor integratie van ICT in de opleiding. (meer…)
Tag: lerarenopleiding
-
ICT in de lerarenopleiding: aanbevelingen en inspiratie
Leestijd: 4 minuten -
Serious gaming in de stagepraktijk?
Leestijd: 2 minutenVia het blog Dangerously Irrelevant stuitte ik op onderstaand filmpje. De University of Central Florida gebruikt computersimulaties met virtuele leerlingen in het trainen van leraren op het gebied van effectieve instructie en klassenmanagement. (meer…)
-
Wat moet de docent van de toekomst willen, kunnen en weten? (#owd09)
Leestijd: 2 minutenOp De Onderwijsdagen bezocht ik vandaag onder andere de sessie van Gerard Dümmer, docentenopleider van Hogeschool Domstad. “Leraren van de toekomst voorbereiden op de toekomst”, dat soort titels trekken mij wel. Het is een thema dat langzaam maar zeker ook bij ons onderwerp van gesprek wordt.
Gerard laat in zijn sessie zien hoe hij dit thema verkent. Wat is er geschreven over de leerling van de 21e eeuw? Wat is er geschreven over 21st century skills? Wat kun je in dit opzicht met competentieoverzichten op het gebied van ICT zoals de PABO-tool of de Kennisbasis ICT (pdf)? Welke pedagogiek/didactiek hoort hierbij. Gerard noemt terecht het TPACK-model. En welk opleidingsmodel moet je als lerarenopleiding uiteindelijk ontwikkelen?
Update 16-11-2009: lees voor meer informatie over de vragen van Gerard op zijn blogpost over deze sessie.
Ik denk dat je moet oppassen met genoemde lijstjes van ICT-competenties, ze kunnen beperkend zijn in de discussie over hoe je leraren van de toekomst voorbereidt op de toekomst. Hoewel het mij vanzelfsprekend lijkt dat docenten deze vaardigheden moeten beheersen om ze betekenisvol te kunnen toepassen, zijn het vooral zaken als creativiteit en innovatie die daar aan ten grondslag liggen. Het moet om een opleidingsmodel gaan waar de ICT-vaardigheden en de vaardigheden die je nodig hebt om in de 21e eeuwse informatiemaatschappij te kunnen functioneren, goed geïntegreerd is. In dit opzicht vind ik dit model for 21st century learning interessant om in die discussie te gebruiken.
We worden aan het werk gezet! Wat moet een docent van de toekomst weten? Wat moet die docent kunnen? En wat moet hij/zij willen? En welke leeromgeving past daar het beste bij? De opdracht is om in een kort Flip-filmpje antwoord te geven op deze vragen. Fons van den Berg, Erwin Bomas en ondergetekende gaan aan de slag en maken het volgende filmpje.
Fokke en Sukke, zei Pierre Gorissen Richard Visscher. Ach.
Er staan ook een paar interessante Animoto/YouTube filmpjes op deze site, 21st Century School Teacher, met dank aan Fons en Gerard.
-
Verplichte kost voor leraren-in-opleiding: Nu leren voor morgen
Leestijd: 2 minutenEindelijk weer wat tijd om wat vakliteratuur weg te werken. Bovenop de stapel lag Nu leren voor morgen, 25 gesprekken over eigentijds onderwijs. Samengesteld door Erno Mijland, die 25 interviews heeft afgenomen met specialisten in- en om het onderwijs, in gesprek over de huidige ontwikkelingen en over visie op leren en onderwijs.
Ik heb het boekje, met voor mij herkenbare verhalen, met veel plezier gelezen, met vooral de studenten op de lerarenopleiding waar ik werk in het achterhoofd. Dit boekje zou perfect passen in de onderwijseenheid “Onderwijsvernieuwing” die door onze onderwijskundigen wordt verzorgd en waar ik dit schooljaar een gastcollege voor verzorgde. Studenten werkten aan een herontwerp van onderwijs voor de ‘Obamaschool’. In de verhalen in dit boek genoeg stof om over na te denken voor dat herontwerp.
Toen ik het gastcollege verzorgde merkte ik onder ander op dat studenten ‘schrikken’ van de impact van al die ‘onderwijsvernieuwingen’ op hun visie op onderwijs en leren. Sommigen zien in dat hun visie op onderwijs die ze aan het ontwikkelen zijn misschien wel niet de juiste is. Anderen laten zich er enorm door inspireren en hun ontwikkeling neemt opeens een vlucht. Anderen zijn kritisch, kijken de kat uit de boom of gaan er fel op in. Het onderwijsdebat op kleine schaal!
Het doel van de onderwijseenheid “Onderwijsvernieuwing” is dat de studenten een beter beeld krijgen van wat zich allemaal afspeelt in het onderwijsdebat. Ik vind dat dit boekje een prima beeld geeft van dit debat, en zou wat mij betreft op de boekenlijst mogen komen te staan. De interviews over de toekomst van het onderwijs en de rol die overheid, scholen, leraren en leerlingen daarin hebben, over gemotiveerd leren, over onze pubers en technologie zijn een goede inleiding voor leraren-in-opleiding, die over een paar jaar het ‘onderwijs van de 21e eeuw’ gaan vertegenwoordigen.
“Scholen leiden op voor de jaren vijftig” (Adjiedj Bakas), “Geen motivatie, geen leren” (Luc Stevens), “Computer is een triviaal middel” (Ad Verbrugge), “De home zappiens kan multitasken” (Wim Veen), “Games maken de leraar niet overbodig” (Margreet van den Berg). De uitspraken van de geïnterviewden, de kritische vragen van Mijland, zijn goede inleidingen in het onderwijsdebat tussen studenten en bieden basis voor verdere verdieping.
Het onderwijsdebat op een lerarenopleiding is dus van belang. Het zal de student ook helpen in zijn eigen positiebepaling en ontwikkeling. Wie ben ik als leraar en hoe sta ik zelf in het onderwijs? En dat is wat Mijland ook doet aan het einde van het boek, hij omschrijft de attitudes waar hij als kenniswerker voor staat:
1. Ik blijf m’n leven lang leren
2. Ik leer en doceer in dialoog
3. Ik ontwikkel een uniek T-profiel
4. Ik deel mijn kennis
5. Ik werk als een onderzoeker
6. Ik durf te kiezen
7. Ik focus op mijn passie.Uit de verhalen in dit boekje spreekt passie en visie, en dat mag best overslaan op de studenten.
-
Kennisbasis ICT moet ontwikkelperspectief krijgen
Leestijd: 3 minuten“Verder met de Kennisbasis ICT” was de titel van de tweede ADEF (Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten) ICT-werkgroep conferentie, die ik vandaag heb bijgewoond op de Hogeschool van Amsterdam. Een plenair gedeelte over de status van de kennisbasis ICT en hoe deze te interpreteren, daarna keuze uit twee workshops. Voor mij de eerste introductie met de kennisbasis ICT.
K3
De educatieve faculteiten zijn druk in de weer met de zogenaamde “K3”: kennisbasis, kennistoetsen en kennisbank. Zo hebben bijvoorbeeld alle tweedegraads lerarenopleidingen aardrijkskunde een kennisbasis ontwikkeld voor het vak. Een verzameling van kennisitems waarvan wij vinden dat een startbekwame leraar die moet beheersen. Op dit moment wordt er druk gewerkt aan zogenaamde kennistoetsen die een aantal keer in de opleiding worden afgenomen, om deze kennisbasis bij de student transparant te maken (en te voorkomen dat we ‘centrale examinering’ van de politiek opgelegd krijgen). En in de toekomst ligt het concept kennisbank, waarin we lesmateriaal met elkaar willen delen. Ik slik het woord WikiWijs nu even weg. De voorzitter van de ADEF ICT-werkgroep, Gert-Jan van Setten, wist te melden dat er een bedrag van 4 miljoen euro ‘vrijkomt’ om deze klus in 2,5 jaar te klaren. Aardig bedrag.Kennisbasis ICT
Maar wat moet een startbekwame docent weten als het gaat om ICT? Welke standaard moeten docenten hebben als het gaat om digitale didactiek? Vandaar de opdracht om kennisbasis ICT vorm te geven. Ik heb hier een ontwerpversie voor mij liggen (ik heb deze nog niet digitaal), waarin 9 categorieën benoemd worden met ICT onderwerpen waarin een beginnende docent in het voortgezet onderwijs vaardig moet zijn. De vaardigheden zijn vervolgens per onderwerp benoemd als gedragsindicatoren.De categorieën zijn:
- Instrumentele vaardigheden
- Algemene didactiek
- Informatievaardigheden
- Presenteren
- Samenwerken en communiceren
- Individueel werken
- Begeleiden en beoordelen
- Digitaal toetsen
- Arrangeren en ontwikkelen
Het is een flinke lijst geworden, en alles staat er wel zo’n beetje in. ECDL niveau, audio en video, elo’s, web 2.0, mediawijsheid (alleen het woord wordt niet gebruikt), synchrone en a-synchrone communicatiemiddelen, etc. Aan de basis van dit verhaal liggen de SBL E-competenties. Ik ga mij er binnenkort eens op storten. Het zal om details gaan.
Ik vind het in ieder geval belangrijk dat in de verdere uitwerkingen van de kennisbasis niet vergeten wordt, dat het bij een kennisbasis niet alleen gaat om kennis van vak (in dit geval dus ICT), maar ook om kennis van leerlingen en kennis van leren. Het is belangrijk dat studenten begrijpen waarom deze vaardigheden zo belangrijk zijn als het gaat om begeleiden van leerlingen in het onderwijs van de 21e eeuw. Een visie en een missie hebben over ICT en onderwijs is ook een belangrijke gedragsindicator.
Ontwikkelperspectief
In de ochtend hebben de schrijvers de kennisbasis voorgelegd aan een aantal lectoren. Jan van Bruggen, lector Educatieve functies van ICT van Fontys, verving Peter van ’t Riet (lector ICT en onderwijsinnovatie) die met griep geveld was, met een korte toelichting. Hij stelde dat de kennisbasis zoals die er nu ligt, een hele dappere onderneming is om papier te zetten. Het is een helder document, niet vrijblijvend, erg handig voor toetsen e.d. Maar het is belangrijk om dit niet allemaal vast te spijkeren. Het advies van de lectoren is om voor een ontwikkelperspectief te zorgen. Er is meer nodig dan de beheersing van basiskennis en –vaardigheden op het gebied van ICT en onderwijs. Het gaat ook om de professionaliteit van de moderne docent die in staat moet zijn om ICT bewust in te zetten en dus op de hoogte moet zijn van de ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van ICT en onderwijs, en hoe je daarmee je onderwijs kunt verbeteren. Jan van Bruggen:Het gaat om de veelvuldigheid van ICT. De dynamiek zit hem in de technologie die ons al jaren lang overspoelt. Dat zit niet alleen in de kennis, maar zit ook tussen de oren.
Dat betekent dus dat er ruimte moet zijn voor de student om zich zelf te profileren, te ontwikkelen en zelf met zaken aan te komen. De context van het beroep wordt hier in heel belangrijk.
Implementatie
Dan rest er nog de vraag, hoe de kennisbasis te implementeren. Hoe ga je een ontwikkelperspectief vormgeven? Het zal in ieder geval geïntegreerd met de andere vakken moeten worden aangeboden, in de betekenisvolle context van de student die leraar aan het worden is. Dat betekent dat het belangrijk wordt om samen met vakcollega’s kenmerkende beroepssituaties te schrijven die het startpunt worden voor de student. Ik denk ook dat het heel belangrijk is om het veld, in de rol van opleidingsscholen, er bij te betrekken. Het implementeren van een kennisbasis vraagt in ieder geval innoverend vermogen.ICT innoveert, dus ook het onderwijs.