Why aren’t students watching lectures on their own, at their own pace, in their dorms? Why aren’t we using the 300-person gathering at 10 a.m. every Tuesday and Thursday as an opportunity for active peer-to-peer instruction rather than a passive, one-size-fits-all lecture?
Dit schrijft Salman Khan, oprichter van de Khan Academy, in een artikel voor The Chronicle of Higher Education. De voordelen van on-demand video/weblectures boven de ’traditionele hoorcollege’ zijn volgens hem:
- De student kan naar eigen inzicht en tempo pauzes inlassen en fragmenten herhalen;
- De student kan zich gericht focussen op de onderwerpen/fragmenten die voor hem of haar relevant zijn op dat moment (ik heb zelf een voorkeur van een serie korte weblectures over een bepaald thema);
- Docenten kunnen real-time informatie verzamelen over hoe studenten (individueel en als groep) de weblectures gebruiken: hoe vaak, welke onderdelen en voor welk doel. Er is meer data om te bekijken hoe de colleges het beste de andere studieopdrachten van de student kan ondersteunen;
- Een vakgroep zou de weblecture kunnen laten verzorgen door een docent/expert die het onderwerp goed kan brengen en uiteraard passie voor zijn vak heeft. Die expert zou ook van ‘buiten’ kunnen komen.
- Het maakt de handen van de docent vrij om de contactmomenten met de studenten op een betekenisvolle wijze te organiseren.
Een argument voor het houden van een hoorcollege is dat het de student de mogelijkheid biedt om ‘live’ vragen te stellen aan de docent/expert. Maar in realiteit, zo stelt Khan, nemen de meeste studenten de moeite niet om hun vinger op te steken, bewust van de tijd of onzeker over evt. reacties van mede-studenten of de docent. Vragen die gesteld worden, zijn vaak maar relevant voor een klein gedeelte van de deelnemers.
Het aanbieden van de weblecture maakt het volgens Khan waarschijnlijker voor de student om direct van de docent te leren, als de student zelf kan bepalen wanneer hij of zij dat nodig acht. Overigens zijn er voldoende mogelijkheden voor de student om vragen te stellen via de lecture tool of een backchannel, als Twitter of een forum. De docent kan die vragen met meer aandacht voor de individuele student behandelen, in de context van het leerproces van die individuele student.
Wat ik interessant vind aan het inzetten van weblectures in het onderwijs, bijvoorbeeld bij ons op de lerarenopleiding, zijn de vragen die het opwerpt met betrekking tot het herontwerp van onderwijs. Weblectures kunnen ondersteunend zijn in het ontwerpen van leerpraktijken waar de student centraal staat. Er ontstaat ruimte voor andere, activerende werkvormen, met een focus op verdieping en ondersteuning, onderdelen die studenten vaak in relatieve isolatie zelf moeten uitzoeken omdat daar in het reguliere college vaak geen tijd voor is door de plek van het verhaal van de docent.
Door de inzet van weblectures geef je studenten gedeelde verantwoordelijkheid over het leerproces. Je zegt ook tegen de student: ik heb vertrouwen dat jij het beste weet wat je nodig hebt voor deze leertaak en als je er niet uitkomt dan bied ik ondersteuning. Khan zegt dat het aanbieden van weblectures de docent ‘vrij maakt’ om een actief deelnemer te zijn in een ‘interactive, peer-to-peer problem solving powwow in the classroom‘.
Dat vereist wel dat weblectures niet alleen worden ingezet ten behoeve van ‘registratie’ maar dat de leerpraktijk zo wordt ontworpen dat de weblecture een positief effect hebben op het leerproces van de studenten.
Afbeelding: sjbeez.org