Het inzetten van ICT voor leren en lesgeven is nog voor veel docenten een flinke verandering. Het leren toepassen van ICT is dan een transformatief leerproces, soms met gevoelens van onzekerheid, frustratie, een gevoel van onvermogen. We weten dat het daadwerkelijk inzetten van ICT in de les voor een groot deel wordt bepaald door de opvattingen en de houding van de docent over onderwijs en technologie, maar ook door de houding van de docent ten opzichte van de verandering. Verandering vraagt het nemen van risico’s, zo stellen Howard en Gigliotti (2015) in hun paper over risk-taking in technology integration. De reacties van docenten op deze risico’s, het gevoel dat ze daarbij krijgen plus de inschattingen die op basis van dit gevoel gemaakt worden, zijn mede bepalend voor de keuze om technologie wel of niet in te zetten.
Inschatting van het risico
De auteurs spreken over perceived risk: een inschatting van de individu over wat er mogelijk kan gebeuren en wat er op het spel staat. Wij nemen risico’s als we voelen dat er iets te winnen valt, maar wanneer de kosten te hoog zijn dan nemen wij dat risico niet.
De perceptie van risico is domeinspecifiek en gerelateerd aan een specifieke taak of activiteit. Uit onderzoek weten we dat de inzet van technologie gerelateerd is aan de overtuiging van de docent dat de specifieke inzet van ICT overeenkomt met hun overtuigingen over onderwijs en leren. De docenten zien de meerwaarde. Daarnaast is het ook van belang dat docenten die verandering waarderen. Er worden in het artikel onderzoeken aangehaald waaruit blijkt dat docenten die meer open staan voor verandering wat betreft de didactische inzet van ICT een hoge mate van ICT-bekwaamheid hebben en positief zijn over de invloed van ICT op het leren van hun studenten. Deze docenten zijn dus eerder geneigd om het risico te nemen om nieuwe technologie in te zetten omdat ze (1) het belangrijk vinden en (2) genoeg vertrouwen hebben in het feit dat ze bij evt. problemen een en ander kunnen oplossen. Deze docenten vinden verandering en het verbeteren van hun onderwijs praktijk ook belangrijk. Docenten die minder ICT inzetten beschrijven meer gevoelens van onzekerheid en een lager zelfvertrouwen. Dit wil niet zeggen dat ze de inzet van ICT voor leren en lesgeven niet belangrijk vinden, maar de mogelijkheid dat de ICT niet werkt en het feit dat zij denken dat ze dat niet kunnen oplossen weegt voor hen niet op tegen de mogelijk positieve opbrengsten voor het leren.
Emotie
Emotie heeft een sterkere invloed op de beslissing om een risico wel of niet te nemen, dan een rationele overweging. En dat is belangrijk om te weten, omdat veel docenten bij de inzet van technologie onzekerheid voelen. Of moeten we het omschrijven als een bepaalde vorm van angst? In het paper wordt een model beschreven om inzicht te krijgen in de reacties van docenten als ze geconfronteerd worden met een risico. Als de docent wordt geconfronteerd met een risicovolle keuze, dan voelen ze zich daar, simpel gezegd, goed (happiness) of slecht (anxiety) bij. Voelen ze zich daar slecht bij, dan wordt het risico hoger ingeschat en wordt de kans dat de docent het risico daadwerkelijk neemt kleiner (negative affective response). Een docent die positief reageert op het te nemen risico schat het risico lager in (positive affective response). Vervolgens maakt de docent een eerste inschatting (first appraisal) van het nemen van het risico. Wat valt er te winnen of te verliezen? Is het relevant voor, en past het bij de doelen van, de docent? Vervolgens wordt er een tweede inschatting (secondary appraisal) gemaakt. Dit betreft de inschatting van de aanwezige kennis om een risico te nemen, strategieën om met risico’s om te gaan en vertrouwen in een goede afloop.
Strategieën
Mijn ervaring is dat de meeste docenten die zich onzeker voelen bij inzet van ICT (het te nemen risico) meestal wel de relevantie er van inzien, maar het dan vervolgens toch niet doen omdat het niet past bij hun huidige werkwijze en doelen. Er ontstaan een situatie van bewust onbekwaam zijn. De onzekerheid met ICT en bijbehorende techno-stress, maar ook de verandering die dat van ze vraagt in het ontwerpen en uitvoeren van leerpraktijken, maakt dat de kosten hoger worden ingeschat dan de baten. De vraag is dan of deze docenten überhaupt een tweede inschatting maken?
Het is van belang dat de docent beschikt over strategieën die hem helpen om om te gaan met deze onzekerheid. Zo leer ik mijn studenten altijd om na te denken over een ‘plan B’, en dat kan ook een benadering zijn zonder ICT. Mocht de ICT niet goed functioneren, dan kan je altijd terugvallen op je repertoire, en dat vergroot m.i. ook de zekerheid van een docent. En hoe groter de zekerheid van de docent hoe meer risico’s hij durft te nemen. Het ontwikkelen van de ICT-bekwaamheid is een belangrijke vorm van professionalisering, het vergroot het vertrouwen in eigen kunnen, waardoor de inschatting van het risico lager word ingeschat.
Maar het risico dat genomen moet worden met de inzet van ICT betreft m.i. niet zozeer het vertrouwen in de ICT-vaardigheden, maar vooral het het aspect dat de leerpraktijk die ontstaat vaak niet past bij de huidige werkwijze van de docent. Het vraagt vaak een constructivistische opvatting over leren en onderwijs, en dat vraagt een andere benadering en rol van de docent. Het is m.i. vooral deze onzekerheid die een rol speelt bij het wel of niet nemen van de beslissing om ICT in te zetten.
Visie op ICT en leren
De motivatie van een docent om ICT in te zetten is dus belangrijk. Als deze motivatie voortkomt uit een veranderingsbereidheid van de docent, de motivatie om te experimenteren met als opbrengst een effectiever leerproces van de student, dan is de motivatie om om te gaan met onzekerheid en techno-stress wellicht groter, wordt er actiever gezocht naar strategieën om daarmee om te gaan, en is de docent bereid om de risico’s te nemen. Dan is het belangrijk om als school, als team docenten, een hele duidelijke visie te ontwikkelen over de functie van ICT in het ondersteunen van het leren van de studenten. En deze visie moet doorleefd worden. Dat vraagt educatief leiderschap.
De auteurs geven aan dat een individuele docent wellicht niet open staat voor verandering, maar dat het nemen van risico’s ook gestimuleerd kan worden door een cultuur van veranderingsbereidheid in de school zelf. Neem het risico als een groep, met als gevolg dat er positieve reacties ontstaan over het te nemen risico en het risico lager wordt ingeschat. En dat sluit mooi aan bij bevindingen over het belang van een leercultuur en werken met docentenontwerpteams.
Als het gaat om het professionaliseren van docenten met betrekking tot de didactische inzet van ICT is het belangrijk om het leerproces van de docent centraal te stellen. Het betreft vaak een transformatief leerproces. Focus niet alleen op de ICT en het ontwerpen van onderwijs met ICT, maar sta stil bij de keuzes die docenten moeten maken. En daar horen dus allerlei emoties en bijbehorende beslissingen bij. In dit opzicht is het interessant om meer te weten over het nemen van risico’s door docenten, zodat we er wellicht meer achterkomen op basis van welke keuzes wordt besloten om wel of niet ICT in te zetten, en waarom veranderingen op dit terrein zo moeizaam zijn. Het model dat wordt besproken in het artikel wordt nog verder onderzocht.