Gisteren presenteerde de Velon themagroep ICT en de lerarenopleider, waar ik deel van uitmaak, de eerste resultaten van het onderzoek naar het zijn van lerarenopleider als rolmodel in didactische inzet van ICT. Ik kon daar vanwege andere werkzaamheden niet bij aanwezig zijn, maar Gerard Dummer schrijft op zijn blog over deze sessie. In hoeverre vinden lerarenopleiders zichzelf rolmodel in het gebruik van ICT voor leren en lesgeven? Ik deel de presentatie ook op deze plek.
Als theoretisch kader gebruiken we o.a. het artikel van Lunenberg, Korthagen en Swennen (2007), waar ik eerder op dit blog al over schreef.
Uit analyse van de gegevens blijkt o.a.:
- alle respondenten zien zichzelf als een rolmodel, echter…;
- hoewel een grote meerderheid aangeeft ICT-competent (abstract begrip, hoe wordt dat geïnterpreteerd?) te zijn, geeft 52,2 % van de respondenten aan zichzelf een rolmodel voor ICT in het onderwijs te vinden.
- 68,8 % van de respondenten geeft aan een collega te kennen die ze als rolmodel in het gebruik van ICT voor leren en lesgeven beschouwen;
- lerarenopleiders zijn vooral impliciet rolmodel (teach as you preach), de mate waarin zij expliciet rolmodel (justify what you teach) zijn verschilt; dit doen ze minder dan ze zouden willen;
- als het gaat om teach what you preach betreft het vaak docentgestuurde inzet van ICT (voorzichtige conclusie);
- bij het modelleren blijft het vaak op de niveau van de toepassing (hoe werkt het, wat kun je er mee) en wordt er onvoldoende koppeling gemaakt met theorie over leren en instructie en de daadwerkelijke praktijk van de student: hoe verwerkt hij/zij deze inzichten in eigen handelen?
Vervolgstappen in het onderzoek zijn het houden van interviews met een aantal respondenten die zich hiervoor hebben opgegeven, om vervolgens een rapportage te schrijven.
Ik heb ondertussen van mijn collega’s vernomen dat het een waardevolle sessie is geweest, met goede reacties. Heel mooi!