• Flipping INHolland Show & Share 2010

    Leestijd: < 1

    Ik heb dit weekend tussen de bedrijven door m’n filmpjes van INHolland Show & Share 2010 op 28 januari j.l. bekeken, grof geknipt en bewerkt in iMovie en vervolgens op YouTube/Vimeo geplaatst. De filmpjes staan hieronder in een YouTube playlist. De filmpjes zijn gemaakt met mijn trouwe Flip Mino HD.

    Van Geert Dales, directeur van INHolland, die opperde om het College van Bestuur op te heffen, via korte impressies van de sessies die ik samen met collega’s verzorgde, tot de afsluiting met More Balls Than Most, waar ondergetekende en Patty Golsteijn ‘sturen en loslaten’ in de praktijk mochten brengen. Vergeet ook niet de cursus jongleren op de tweetmeet, die was iets te groot voor YouTube.

  • Jongleren op tweetmeet Show & Share 2010

    Leestijd: < 1

    Iemand behoefte aan een cursusje jongleren? Onderstaande ‘flipumentary’ helpt je op weg.

    De Show & Share editie van 2010 op 28 januari kende een heuse tweetmeet, waar de fanatieke INHolland-twitteraars elkaar konden ontmoeten. Het was een hele actieve tweetmeet, want de aanwezige tweeps kregen een snelle cursus jongleren door Robert Hersée van More Balls Than Most. Als u weet dat het thema van deze Show & Share sturen en loslaten is dan is de metafoor jongleren snel uit te leggen: management in een handomdraai, the art of letting go.

    En ja, aan het einde ziet u mij nog knoeien met twee balletjes. Iets met de linker hersenhelft.

    Tweetmeet Show & Share: jongleren met Robert Hersee from Jeroen Bottema on Vimeo.

  • Herontwerp training eLearning deel 2: Ontwerpprincipes en brainstorm

    Leestijd: 4 minuten

    Dit is het tweede deel van een blogpost serie over het herontwerp van een training eLearning. In het eerste deel keek ik terug op de ‘oude training’. In het tweede deel richt ik mij op het herontwerp. Ik hoop dat er meer posts zullen volgen om zo het een en ander inzichtelijk te maken.

    Mijn collega Marten Douma en ik besloten dat het tijd was om de training eLearning die wij nu voor de derde keer gaan verzorgen te herzien. Ten eerste omdat we vinden dat de training beter moet aansluiten bij het gebruik van e-learning en ICT op de praktijkscholen van de studenten, ten tweede omdat we beter willen aansluiten bij de verschillende niveaus en wensen van de studenten. Wij hopen te bereiken dat dit een grotere betrokkenheid en motivatie van de student oplevert met als gevolg dat ‘ICT & onderwijs’ een duidelijke plek inneemt in zijn of haar competentieontwikkeling.

    In deze post wil ik de kaders van de training eLearning ‘nieuwe stijl’ omschrijven en brainstormen over de uitvoering van de training.

    Ontwerpprincipes
    Op de laatste editie van de Online Educa in Berlijn volgde ik een learnshop over ontwerpprincipes voor leeromgevingen, georganiseerd door Ellen van den Berg (Hogeschool Edith Stein), Petra Fisser (Universiteit van Twente) en Wim de Boer (SLO). Het ging hier om een versimpelde versie van de ontwerpprincipes van van den Akker met betrekking tot ontwikkelingsgericht onderzoek:

    “Als je interventie X wilt ontwerpen voor doel/functie Y in context Z, dan wordt aanbevolen om de interventie de karakteristieken A, B en C te geven en dat te doen via procedure K, L en M, vanwege de argumenten P, Q en R”. (van de Akker, 1990)

    In de learnshop werd dit principe vereenvoudigt: als – dan – omdat. Lees meer over de learnshop op de weblog van Petra Fisser.

    Hoewel het in het geval van de workshop ging om het ontwerpen van een fysieke leeromgeving, met evt. een virtuele component, lijkt het mij een goede structuur om de uitgangspunten van de training helder te krijgen. De training is de leeromgeving. Ik werk de volgende formule uit:

    Als:

    Wij een training eLearning willen ontwerpen waarin het leerproces van de studenten op het gebied van ICT & onderwijs centraal staat, waarin de studenten betrokken zijn bij het thema zodat zij dit een concrete plek kunnen geven in hun competentieontwikkeling;

    Dan:

    Is het belangrijk dat de student ruimte krijgt om zijn eigen vragen op het gebied van ICT & onderwijs te formuleren en uit te werken. Daarnaast is uitwisseling van kennis/ervaringen tussen studenten/begeleiders en  peerfeedback van belang voor een kritische houding ten op zichte van de eigen competentieontwikkeling.

    De organisatie van de training en begeleiding kent een duidelijke structuur, waardoor de student het vertrouwen heeft om actief aan zijn eigen ontwikkeling te werken. De leeromgeving moet uitdagend en inspirerend zijn.

    Omdat:

    Uit eerdere ervaringen is gebleken dat een strak georganiseerde, docent gestuurde training niet bijdraagt aan het op de agenda zetten van ICT & onderwijs in de competentieontwikkeling door de student. Omdat deze training voorlopig de enige formele onderwijseenheid is waarin e-learning centraal staat, is het belangrijk dat de student deze ontwikkeling actief en zelfstandig verder doorzet in zijn of haar competentieontwikkeling. Om dit te bereiken is betrokkenheid een belangrijke voorwaarde. Door de training beter aan te laten sluiten bij de vragen van de student en een inspirerende en uitdagende leeromgeving te bieden, werken we aan een basis hiervoor. In deze situatie verwachten we dat de kernprincipes rondom e-learning ook beter beklijven en beter aansluiten bij de huidige ontwikkeling van de student.

    Met name bij de laatste stap denk je na over de argumenten en de theorie achter het ontwerp. Het gaat hier eigenlijk om een expliciete theoretische onderbouwing, ik vlieg hier wat kort door de bocht. Dat komt omdat ik het gebruik om mijn gedachten te ordenen en als brainstorm. En ik zit in tijdnood. :) Dit onderdeel gaan we ook gebruiken om tijdens en na de training te evalueren.

    Brainstorm: mini-conferentie ICT & onderwijs
    De ontwerpprincipes zijn helder, nu de invulling! De studenten hebben 7 bijeenkomsten van 1,5 uur. In plaats van dat we ze onderwerpen gaan opdringen, laten we zelf hun vraag formuleren. Vervolgens moet dat inhoudelijk uitgewerkt en gepresenteerd worden. En natuurlijk is het belangrijk dat ze van elkaar leren. Het moet gaan om halen en brengen.

    In een brainstorm (zie afbeelding hieronder) zijn we uitgekomen op het organiseren van een mini-conferentie/studiemiddag over ICT & onderwijs voor alle studenten en docenten van de School. De invulling wordt bepaald door de leervragen van de studenten, zij vullen de conferentie inhoudelijk.

    De leervraag formuleren ze middels een proposal. In dit proposal formuleren ze een concrete leervraag en hoe ze dat gaan presenteren tijdens de mini-conferentie. Mede-studenten en docenten tekenen in op de workshops/presentaties. Zij vullen na afloop van een sessie een snelle evaluatie in, die wij als begeleiders kunnen gebruiken bij de eindbeoordeling.

    Iedere bijeenkomst wordt door de student gebruikt om de presentatie/workshop voor te bereiden. Zij gaan actief hun leervraag beantwoorden. Wij vragen de studenten ook om te helpen de mini-conferentie mede te organiseren. Wij als begeleiders zullen de hoofdcoördinatie hiervan op ons nemen, maar zaken als een naam voor de comferentie, logo en promotie via de sociale netwerken van de studenten kunnen we prima uit besteden.

    Dit, of een variant hierop, gaan we nu uitwerken in een concrete studiehandleiding. Meer hierover in het vervolg op deze serie.


  • Studenten maken kennis met het SMARTboard

    Leestijd: < 1

    Tijdens de training eLearning op de School of Education Amsterdam grepen drie enthousiaste studenten de kans om even met het SMARTboard te werken. Even aan elkaar laten zien wat er mogelijk is. Experimenteren, informeel leren.

    Daar kan je alleen maar even je camera opzetten en dan niets doen! Later nog wat hide & reveal trucjes laten zien aan de dames, om wat meer mogelijkheden van het SMARTboard in de les op hun netvlies te krijgen.

    Studenten testen het SMARTboard from Jeroen Bottema on Vimeo.

    Photo & video van Jeroen Bottema, met toestemming van de studenten

  • Eric Poldner over videoreflectie en feedback (#INHshare10)

    Leestijd: 2 minuten

    Afgelopen donderdag presenteerde mijn collega Tom Visscher en ik ons verhaal over het begeleiden van studenten door middel van streaming video op Show & Share 2010, de jaarlijkse studiedag/congres/netwerkbijeenkomst voor medewerkers van INHolland.

    Vorig jaar deden wij een soortgelijke presentatie en toen zat Eric Poldner in de zaal, die eigenlijk met hetzelfde initiatief bezig was op zijn School. Dit jaar hebben zijn wij nauwer met elkaar gaan samenwerken. Eric is met zijn studenten een stap verder gegaan. Net zoals bij mij op de School laat hij zijn studenten kenmerkende beroepssituaties met behulp van streaming video in beeld brengen, maar hij legt met zijn studenten extra nadruk op de peerfeedback die de studenten elkaar geven. Eric koppelt dit aan zijn promotieonderzoek, waar hij de kwaliteit van feedback onderzoekt.

    Video blijkt een goed hulpmiddel om de student meer inzicht te geven in het formuleren van feedback. Wij gaan onze workflows die de studenten volgen op elkaar afstemmen, en ik ga vervolgens met de tweedejaars studenten aan de slag om de kwaliteit van feedback te verhogen.

    Eric zou samen met ons presenteren, helaas was hij verhindert. Daarom heeft hij zijn bijdrage opgenomen. In onderstaande video praat hij rustig en duidelijk over de rol van streaming video in het reflectie- en feedback proces van de studenten. Een hele duidelijke introductie van dit onderwerp. Eric heeft zijn video in SURFmedia geplaatst, dus met een SURFgroepen account of uw instellingsaccount (als de instelling aangesloten is bij de SURFfederatie) kunt u inloggen.

    De video: Show & Share: Sturen en Loslaten door videoreflectie

  • Herontwerp training eLearning deel 1: Webquests en sturen

    Leestijd: 6 minuten

    Dit is het eerste deel van een blogpost serie over het herontwerp van een training eLearning. Dit deel blikt terug op de ‘oude’ training. Deel twee zal gaan over het ontwerpen van de ‘nieuwe’ training en ik hoop dat er meer meer volgen.

    Binnenkort starten we weer met een nieuwe periode op de School. Dat betekent voor mij en mijn collega Marten Douma dat we voor het derde jaar een training eLearning gaan verzorgen aan de tweedejaars studenten van de lerarenopleidingen. Wij spraken elkaar hierover al voor de kerstvakantie. Hoewel deze training een interessante leerpraktijk is, willen we deze toch herzien.

    Ten eerste omdat we vinden dat de training beter moet aansluiten bij het gebruik van e-learning en ICT op de praktijkscholen van de studenten, ten tweede omdat we beter willen aansluiten bij de verschillende niveaus en wensen van de studenten. Wij hopen te bereiken dat dit een grotere betrokkenheid en motivatie van de student oplevert met als gevolg dat ‘ICT & onderwijs’ een duidelijke plek inneemt in zijn of haar competentieontwikkeling.

    training eLearning”
    Tja, een training eLearning. Ik heb het ook niet verzonnen. Het is voorlopig even bij gebrek aan beter. De implementatie van de Kennisbasis ICT (PDF) is in voorbereiding en ik hoop dat dit meer aanwijsbare ruimte oplevert voor didactiek en technologie in het curriculum.

    Soms betekent het opbouwen van een School of Education dat je ontwikkelt terwijl je uitvoert en dat je vandaag een mail krijgt of je gister een training wilde organiseren. Zo ging dat dus twee jaar geleden, en voelde ik mij genoodzaakt iets uit de kast te trekken: een eerder ontwikkelde training over webquests die ik voor mijn studenten Mens & Wereld had ontwikkeld. In deze training ontwikkelen studenten een webquest met behulp van web 2.0 tools.

    Een noodverbandje riep ik, in afwachting op een gestructureerde ICT-leerlijn. Want je kan natuurlijk geen moderne docenten afleveren aan het werkveld met alleen een training eLearning in de broekzak, van welgeteld 7 bijeenkomsten a 1,5 uur. ‘Tuurlijk niet! Het jaar daarop werd deze training weer blind geprogrammeerd en dit jaar ook weer.

    Op dit moment is de training voorlopig nog de enige formele onderwijseenheid over e-learning en ICT in het onderwijs die de studenten in hun studieloopbaan tegen komen. De rest komt naar voren in de vakdidactiek of kenmerkende beroepssituaties op de praktijkscholen. De student heeft daarvoor kennis nodig over een aantal kernconcepten in e-learning en de belangrijkste ontwikkelingen van ICT in het onderwijs.

    Webquest
    Het ontwikkelen van een webquest was dus mijn antwoord op het aanbieden kennis en vaardigheden op het gebied van eLearning en onderwijs in zeven bijeenkomsten a 1,5 uur. Daar had ik de volgende argumenten voor:

    1. Iedereen kan een webquest maken, ook als je niet zo ICT-vaardig bent;

    2. Door de bouwstenen van de webquest toe te passen denken studenten na over begeleiding en ondersteuning van didactische concepten met behulp van ICT. Didactiek op één. Daarna de technologie.

    3. De webquest kan je eenvoudig ontwikkelen met behulp van een weblog, wiki of bijvoorbeeld Google Sites. Studenten komen in aanraking met web 2.0 tools en hoe je die kunt inzetten bij het leren, met name het samenwerkend leren.

    4. In een webquest zoekt de docent de geschikte bronnen op het internet, voor een deel omdat leerlingen dat in beginsel onvoldoende zoekstrategieën beheersen. Daar valt wat voor te zeggen, je kan het de leerlingen ook leren. In beide gevallen gaat het om informatievaardigheden, belangrijk in het ‘domein’ eLearning.

    5. Een webquest is een activerende werkvorm, waarbij de rol van de docent die van begeleider is en de leerling zelfstandig aan het werk is, het liefst in groepsverband. Dit past goed in het tweede jaar van de lerarenopleiding waar de studenten trainingen en colleges volgen over actief leren en samenwerkend leren. Studenten zitten midden in het ontwikkelen van hun visie op de rol van de docent in het leerproces van de leerling. Het ontwikkelen van een leerpraktijk waar de leerling centraal staat, leek mij een prima oefening in dit proces.

    6. Een leerpraktijk waar vele facetten van e-learning in het klein aanwezig zijn, dekt de titel van de training. Je biedt een soort van kapstok aan waar de student in zijn verdere studieloopbaan andere ICT-zaken gaan ophangen.

    7. Grote kans op succeservaring en prima uitvoerbaar voor de studenten op hun praktijkscholen.

    Docentgestuurde leerroute & kapstok
    In de training volgen de studenten een leerroute die ik voor ze heb bepaald. De ruimte voor eigen inbreng en activerende werkvormen tijdens de training verhullen niet dat de basis van deze training stevig leunt op eenzijdige kennisoverdracht. Waarom de behoefte om zo direct te sturen?

    Het is een korte training, maar ik vond wel dat het een basis moest creëren voor de studenten om in hun verdere loopbaan zelfstandig de competenties op het gebied van ICT & onderwijs uit te werken. Ik heb er dus voor gekozen om veel onderwerpen aan bod te laten komen: didactische concepten en ICT, een aantal belangrijke web 2.0 toepassingen en hoe je  daarmee het leerproces van leerlingen kunt begeleiden en toetsen, de webquest en bijbehorende didactiek. Daarnaast moest er tijd zijn voor de studenten om het een en ander zelfstandig uit te werken. Dat resulteerde in een strak spoorboekje.

    De training is een kapstok waaraan kernconcepten over e-learning en ICT in het onderwijs worden gehangen. Het is een introductie op, de basis van. In de verdere studieloopbaan werken studenten verder aan hun competenties en wat betreft ICT kunnen ze op basis van deze training zelfstandig verder uitwerken. Althans, dat hoop je dan, ik zou dat eens moeten meten. Een training van zeven bijeenkomsten is natuurlijk niets als het gaat om dit onderwerp. Zoals gezegd, de training is voorlopig even de enige formele onderwijseenheid over e-learning en ICT in het onderwijs die de studenten in hun loopbaan tegen komen. Dit alles maakte de training als kapstok nog belangrijker. Ik zag dit als een verantwoordelijkheid en is een andere reden waarom ik koos voor een sturende leerroute.

    Hoewel een docentgestuurde training niet echt mijn stijl is, vond ik het in eerste instantie wel op zijn plaats, gezien de doelstelling die ik had. Denken over e-learning in het onderwijs betekent denken over een ander pedagogisch-didactisch paradigma. En niet alle studenten gaan daar even makkelijk mee om. Het is een uitdaging om dat te vertalen door in dit geval het ontwikkelen van een webquest. Een duidelijke studiehandleiding, waarin precies staat omschreven welke activiteiten moeten worden ondernomen en waar deze aan moeten voldoen, geven de student houvast en zekerheid, maar ook de tijd en rust om hier hun positie in te bepalen. Kleine stapjes.

    Op zoek naar betrokkenheid
    Marten en ik bespraken een paar weken geleden de effectiviteit van de training en de rol van de studenten. Gezien het aanbod van allerlei tools en concepten, kun je je afvragen wat er vervolgens echt beklijft bij de studenten. De opzet van de training heeft tot gevolg dat de rol van de student uiteindelijk te eenzijdig is. En hoewel de argumenten zuiver waren, hadden we twijfels over het effect van de training. We konden aan de hand van de webquests en inzet beoordelen of de student inderdaad aan een ‘kapstok’ voor verdere ontwikkeling had gewerkt. In het algemeen hadden we toch sterke twijfels of het merendeel van de studenten die kapstok in hun competentieontwikkeling  zouden gaan gebruiken. Nu kan je daar een training niet verantwoordelijk voor houden, dat heeft met meer zaken te maken, maar wij kunnen wel werken aan betrokkenheid en motivatie, met als gevolg dat studenten het heft in eigen handen nemen en zelf e-learning onderdeel maken van hun competentieontwikkeling.

    We merkten dat studenten graag meer aan de slag wilde met de praktische kanten van ICT & onderwijs, de zaken die ze tegen kwamen op hun praktijkschool. De één wilde weten hoe nu eindelijk een goede PowerPoint te maken voor de les, de andere wilde experimenteren met het digibord.

    Zo ontstonden in onze training twee leerlijnen. Een formele leerlijn waarin de student een webquest ontwikkeld en een informele leerlijn waarin de student zijn eigen leervraag kon stellen, maar ook zijn of haar expertise kon aanbieden. De opdracht was dat studenten minimaal 1x in de periode op een forum een leervraag stelde en 1x een inhoudelijke bijdrage leverde aan een oplossing van een leervraag van een medestudent.

    Binnen de training was er onvoldoende ruimte om beide leerlijnen goed uit te voeren. De formele opdracht overheerste de informele opdracht. Het ontbrak ons aan voldoende tijd. Plus er ontstaat een situatie waar vele onderwerpen aan bod komen, maar waar de tijd voor verdieping en verbreding ontbreekt. Veel over weinig.

    Terug naar de tekentafel dus.

    Herontwerp
    We zijn dus nu de training aan het herontwerpen waarin betrokkenheid en een actievere rol van de student centraal staat. Betrokkenheid als gevolg van de training. Betrokkendheid is niet zozeer het hoofddoel, maar wel een belangrijke voorwaarde willen we bereiken dat studenten e-learning actief opnemen in hun competentieontwikkeling. En ons startpunt is de vraag wat de student nodig heeft.

    Meer hierover in deel 2 van deze serie.

    Photo by paul goyette | Flickr

  • Gastoptreden in “Laat de informatie tot je komen!” (#INHshare10)

    Leestijd: < 1

    Een paar weken geleden vroegen Eric-Jan Dol (@dapperebas op Twitter) en Annette Theuns mij of ik kort wat vragen wilde beantwoorden voor camera. Beide zijn werkzaam als informatiespecialisten bij INHolland en hun verzoek had te maken met hun voorbereidingen op de workshopsessie voor Show & Share, die afgelopen week plaatsvond. Ook collega Tom Visscher en student 2.0 Stef Maas zijn ‘geflipt’.

    De centrale vraag die we moesten beantwoorden was hoe we het liefst op de hoogte bleven van informatie en hoe we deze informatie naar ons toe lieten komen.

    Het is een kort filmpje geworden over Twitter, RSS, iGoogle en LinkedIN. Het is als inleiding gebruikt voor hun sessie over informatievaardigheden:

    Het aanbod van informatie is enorm en het is vaak lastig om je weg te vinden naar juiste en goede informatie. In deze workshop gaan wij je helpen bij het sturen over de informatiesnelweg met behulp van web 2.0 technieken. En we laten zien hoe soms de automatisch piloot kunt gebruiken.

    Handig filmpje, kan ik goed gebruiken voor mijn studenten.

    Eric-Jan stuurde mij de link naar het Flip-filmpje, dat hij op SURFmedia heeft geplaatst. Met een SURFgroepen account of uw instellingsaccount (als de instelling aangesloten is bij de SURFfederatie) kunt u inloggen en het filmpje bekijken.

    Video: Laat de informatie tot je komen

  • Wat is mijn zin?

    Leestijd: 3 minuten

    Two questions that can change your life from Daniel Pink on Vimeo.

    Bovenstaande video kwam ik tegen op de weblog van Scott McLeod. In deze trailer voor Daniel Pink’s nieuwe boek “Drive” staan twee vragen centraal. What’s your sentence?, die wat mij betreft nog mooier wordt als je deze vertaald, en Was I better today than yesterday? Met name de eerste zin raakte mij, dat is precies waar ik de afgelopen weken veel mee bezig ben: wat is mijn zin? Wat is mijn richting?

    Jongleur en duizenddingendoekje
    Goede vraag, en de laatste maanden ben ik bezig met het vinden van het ‘juiste’ antwoord. De afgelopen jaren stuiter ik qua loopbaan (‘docent die iets met ICT in het onderwijs doet’) alle kanten op. Vergelijk het met een jongleur die zich concentreert op het in de lucht houden van al die balletjes: lesgeven, ontwikkelen, projecten begeleiden, subsidietje hier, presentatietje daar. Toen ik 13 jaar geleden een opleiding voor “ICT-coordinator volgde was de vergelijking met een duizendingendoekje gangbaar. Overal bruikbaar voor.

    Wat is mijn zin?
    Ik vind het dus een belangrijke vraag. What’s your sentence?. Als je deze zin vertaald kan je hem op twee manieren lezen. Wat is jouw zin?: Waar sta je voor? Wat is jouw bijdrage? Maar ook: waar heb je zin in? Waar wordt je warm van? Wat is jouw passie?

    Mijn zin kan ik als volgt verwoorden:

    Ik wil de wereld verbeteren, door het onderwijs te verbeteren.

    Deze zin wil ik weer meer mijn werkzaamheden laten bepalen. In mijn ontwikkelingsplan waar ik de afgelopen maanden mee aan het stoeien ben leg ik deze zin uit:

    Ik vind het echt van groot belang dat het onderwijs een herontwerp krijgt, dat  visie op leren en omgaan met jongeren, aansluit bij de dynamische, complexe informatiemaatschappij en de uitdagingen van de 21e eeuw.

    Er zijn twee elementen in deze visie waar ik mij sterk aan verbonden voel:

    1. Onderwijs moet lerenden uitdagen, stimuleren, inspireren om het beste uit zich zelf te halen. Onderwijs moet de creativiteit en innovatief vermogen van lerenden de ruimte geven, eigenschappen die van grote waarde zijn in de informatiemaatschappij van de 21e eeuw

    Ik wil onderwijs dat lerenden niet belemmert in het leren, maar juist stimuleert om te leren, om creatief en innovatief te zijn: om het beste uit zichzelf te halen.

    2. Verandering van onderwijsmodel. Het onderwijs in NL is in zijn algemeenheid gebaseerd op een industrieel model. Gebaseerd op dit model genieten lerenden onderwijs dat ze moet voorbereiden op de uitdagingen van de 21e eeuw.  Dit model is ontoereikend, en naar mijn mening misleidend. Er zal een paradigma verandering moeten plaatsvinden.

    Rapportcijfers
    Ik realiseerde mij dus dat de afstand tussen de activiteiten die ik onderneem op mijn School en mijn visie op onderwijs steeds groter aan het worden is. Eigenlijk realiseer ik me dat al een aantal jaren, maar was de noodzaak er om er want aan te doen. Mijn baan raakte zo versnipperd, dat het erg moeilijk voor mij is om te coördineren en om de kwaliteit te leveren waar ik tevreden over kan zijn. Deze situatie is kent een iets te hoog stress-gehalte en gaat ten koste van mijn motivatie.

    Ik heb vervolgens al mijn activiteiten onder elkaar gezet, met een onderverdeling in ‘formeel’ en ‘informeel’. Daar kwamen bij mij een stuk of vijftien projecten en taken uit. Het eerste wat duidelijk is dat het er te veel zijn. De jongleur, het duizenddingendoekje. Vervolgens heb ik deze activiteiten rapportcijfers gegeven. Hoe hoger het cijfer, hoe dichter het bij mijn visie past. Nou, met die cijfers haal je je examen niet. Ik heb twee achten gegeven, maar moest gelijk constateren dat dit activiteiten waren waar ik nauwelijks tijd voor heb, vanwege allerlei andere activiteiten. En juist die activiteiten kregen lage cijfers van mij.

    Het zijn geen activiteiten die ik niet leuk vind om te doen. In tegendeel, ik vind alles leuk. Dat is ook deel van het probleem. Daarom is het belangrijk dat ik weer de balans herstel. Ik stop er positieve energie in, ik wil het er ook uit halen. Uiteindelijk wil ik de wereld verbeteren. Richting is belangrijk. Daarom vond ik het grappig om deze trailer tegen te komen.

    Photo by Vidiot | Flickr

  • Education at The Road To Copenhagen University (#R2C)

    Leestijd: 3 minuten

    This week I attended the Road To Copenhagen University ( R2C) meeting in Maarssen. Students from The Netherlands, Germany and Denmark were working out ideas and projects of parts of their manifesto, which they’ve created in December 2009, while driving electric scooters from the Netherlands to Denmark, to the Copenhagen Climate Change Conference. The manifesto is about the role that sustainable mobility can play in a more eco-friendly world (reference).

    This meeting was a follow-up of the R2C-project. Five topics of the manifesto were selected: communication, education, Formula 1, automotive and green zones. The students signed up for a specific topic and got together in brainstorm sessions to come up with some concrete plans or ideas for the (near) future. I was invited as the ‘education expert’ (oh, well) to help out the students in the session about education.

    At the bottom of  this post I’ve embedded a video-impression of the workshop (in English, some in Dutch).

    I noticed something interesting during the brainstormsession of the education group. They were coming up with ideas of how to reach and inform the pupils in primary and secundary education. They didn’t question the education  system itself. And I somehow hoped they would, but I can’t actually blame them that they didn’t.

    Disruption
    In their quest to realize a sustainable, eco-friendly world they were focussing their ideas to informing the pupils. Their goal was to create awareness and responsibility with the pupils. They came up with some great and creative ideas, like bringing in experts, organizing a special ‘awareness week’ in education, using social networking to connect with the pupils and simulation games. But the ideas were born out of their own experience of their education. And because it was a brainstorm session where anything goes, I thought: heck, let’s disrupt these young and creative brains.

    So I asked them. How is this sustainable, eco-friendly world going to look like? There’s a whole lot of problems to deal with. Not only the environmental issues, but also interlinked dilemma’s like overpopulation, the effects of globalization and shortage of food. Who’s going to deal with these issues? Who’s going to invent the technology and social-economic concepts to deal with these issues? In the near future. In 2020. In 2050.  We don’t know what the futures going to look like exactly. We do know it changes rapidly. What’s the worth of information in a society were the information available is increasing, doubletime! What’s the worth of knowledge you learn in education today in five years? Especially knowledge concerning sustainability and climate change.

    Education 3.0
    I complimented the students on their ideas, but I asked them if the educational system of today was the right system if they wanted the change that would be the results of their plans to be lasting. I talked about Education 3.0 and knowmads. Two concepts I’ve learned about through the work of John Moravec and his weblog Education Futures. The concept of education 3.0 has since becoming part of my vision on education and learning. If you want to create awareness and responsibility with pupils and students, you’ve got to make them an active part of the solution. And if most of the solutions for a sustainable and eco-friendly world are probably not invented yet, we need people who are aware, feel the responsibility but also are able to be creative, innovative and work with people all over the world to come up with those solutions. Any time, any place. Knowmads. And to educate knowmads, you need an educational system that produces knowledge workers, with skills for designing the future. You need an educational system that can handle change.

    And that’s an educational system that is different then the system the students experienced or are experiencing. Some of the students embraced this concept, others found it to big a change to handle. But they were all open minded, and that’s important. Let them start with creating awareness by pupils, and take if from there. I do hope they realize that the brainstorm session at the Road To Copenhagen was pretty much ‘education 3.0’ and that they were quite the knowmads themselves.

    Video

    Road To Copenhagen University – Workshop education from Jeroen Bottema on Vimeo.

Mijn blog waarin ik aantekeningen, ideeën, gedachten en ervaringen verzamel. Over onderwijs, leren en creatieve technologie. Over projecten, evenementen en inspiratiebronnen. Over mijn eigen ontwikkeling als professional. Over gras dat groener is aan de overkant. Met hier en daar een off-topic momentopname.

Jeroen Bottema