In mijn werkzaamheden als opleider en onderzoeker zijn er wel wat taken waarbij ik neiging om het uitvoeren van die taak uit te stellen niet kan onderdrukken. Terwijl ik weet dat het toch zal moeten gebeuren en dat het waarschijnlijk slim is om het dan ook maar gelijk te doen. Nu ben ik niet geboren met een ijzeren discipline, en heb ik altijd het geluk dat op het moment van uitstelgedrag er zich genoeg andere prioriteiten voordoen mij te ondersteunen bij het maken van de keuze. We hebben allemaal wel eens te maken met uitstelgedrag, in allerlei situaties. Ik heb er soms echt last van. Wat mij daarbij helpt is om het te leren begrijpen. In bovenstaande video worden de basics uitgelegd.
Wat is uitstelgedrag?
Uitstelgedrag is meer dan lui zijn en bad timemanagement. Uitstelgedrag wordt vanuit verschillende perspectieven bestudeerd.
Vanuit de evolutiepsychologie onderzoekt men de mogelijkheid dat uitstelgedrag deels genetisch bepaald kan wordt en mogelijk gekoppeld is aan impulsiviteit. Beide zijn mogelijk weer gerelateerd aan het stellen van doelen: zelfregulatie. In de maatschappij van vandaag stellen we meer lange termijn doelen, naast de korte termijn doelen die belangrijk zijn om ’te overleven’. “Waar zie jezelf staan over vijf jaar?”. De druk die we voelen om lange termijndoelen te stellen maakt ons wellicht ontvankelijker voor uitstelgedrag.
Echter, don’t blame it on the genes. Uitstelgedrag wordt vanuit de neuropsychologie gezien als een probleem met het uitvoeren van de executieve functies, de vaardigheden die nodig zijn om te plannen, prioriteiten te stellen en de taken uit te voeren. Het is ‘denken’ en vervolgens ‘doen’. Bij uitstelgedrag blijf je in het ‘denken’ hangen om vervolgens te besluiten het niet te ‘doen’. Het blijkt dat we vrij goed ons uitstelgedrag in kunnen schatten en dat we op verschillende momenten in het proces van het uitvoeren van een taak blijven hangen met het zelfde eindresultaat: het niet doen van de taak.
Vanuit de sociale psychologie wordt uitstel gedrag gekoppeld aan de emoties en de problemen om deze te reguleren. Uitstelgedrag om gevoelens van stress, of andere vervelende gevoelens, en/of de onplezierige elementen van de taak te voorkomen. Op de korte termijn creëer je hiermee een goed gevoel en kan je even de ontspanning zoeken. Je weet echter al dat je spijt van deze beslissing gaat krijgen.
Zelfregulatie
Uitstelgedrag is vaak prima te verantwoorden, en misschien soms ook nodig. Ik beschouw het vaak als een waarschuwingssignaal: wat in het uitvoeren van deze taak vraagt mijn aandacht? Maar uitstelgedrag is problematisch als je continu taken uitstelt, en de argumenten hiervoor steeds ‘kleiner’ worden. Vanuit dit psychologisch perspectief voorkom je uitstelgedrag door het reguleren van je emoties: accepteren van de vervelende gevoelens en begrijpen dat deze niet vanzelf zullen verdwijnen. Bij complexe taken kan dit een moeilijk proces zijn. Het reguleren van je emoties en de executieve functies zijn gerelateerd aan het concept zelf-regulatie.
Voorkomen is beter dan genezen
Uit onderzoek blijkt dat mensen met chronisch uitstelgedrag soms meer stress ervaren. Er is mogelijk een link tussen uitstelgedrag en gevoelens van depressiviteit en angststoornissen. En uitstelgedrag heeft ook fysieke gevolgen: hoge bloeddruk, hartfalen. Uitstelgedrag is niet goed voor de gezondheid.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar oplossingen van uitstelgedrag, met name gericht op academisch uitstelgedrag. Als grote taken, zoals het schrijven van een paper, opgedeeld worden in kleinere deeltaken dan helpt dat mensen bij het uitvoeren van de taak. Men heeft minder de neiging tot uitstelgedrag wanneer de deadline kort volgt (overleven?). Iedere keer als iemand een klein onderdeel inlevert, levert dat een positief gevoel op. Het helpt ook om niet te denken dat de taak in één keer moet worden uitgevoerd. Verdeel de aandacht over een langere periode en beloon jezelf iedere keer als je vooruitgang hebt geboekt. Deze positieve ervaring kan vervolgens aan de basis staan van het uitvoeren van een nieuwe taak. Hier zit dus ook een les in voor ons educatieve ontwerpers.
Getting Things Done
Er wordt ook onderzoek gedaan naar de relatie met het toekomstbeeld dat je van jezelf hebt. Mensen die hun toekomstige zelf als een vreemde zagen vertoonden meer uitstelgedrag dan mensen die hun toekomstige zelf herkenden. Zij realiseerden zich dat hun toekomstige zelf voor de problemen van uitstelgedrag zouden opdraaien. Getting things done voorkomt stress, en dat vraagt dat je vervelende gevoelens accepteert en daar helpende argumenten tegenover zet.
Er is echter geen one-size fits all strategie om uitstelgedrag te voorkomen. Het komt uiteindelijk wel neer op zelfregulatie en jezelf confronteren met iets wat je niet graag doet in plaats van doen alsof de taak er niet is. En da’s niet altijd makkelijk.
Goed. Dat was de blog. Nu verder met het werk. Of toch nog even onderstaande opname van Ellen DeGeneres over uitstelgedrag kijken? Best grappig.