Deze week bekeek ik de nieuwe versie van het filmpje Currency Of The Future (je weet wel die met het Ierse deuntje). Zie onderaan deze post. Het stelt de vraag of de Amerikanen klaar zijn voor de Information Age. Deze nieuwe versie is aangepast op de kredietcrisis en geeft als belangrijkste oorzaak:
How can this be? Most Americans are clinging on to the ‘industrial age’
Met andere woorden, het ontbreekt de VS op dit moment aan innovatief vermogen of in ieder geval het vermogen om het innovatief vermogen op een goede manier in te zetten. Ik ben het daar wel mee eens, en ik denk dat het niet alleen voor de VS geldt, maar ook voor een aantal landen in Europa. Thomas Friedman heeft daar een goed werkje over geschreven: The World Is Flat. Obama is binnenkort president en ik denk dat hij dit goed begrijpt. Hij heeft het over “change” en “yes we can!“. Ik denk dat hij met change aangeeft dat de VS zijn innoverend vermogen moet terug krijgen. Met yes we can! geeft hij aan dat de VS daar toe instaat is mits er sprake is van intrinsieke motivatie om te veranderen en open te staan voor nieuwe ideeën en methoden.
Innovatie in het onderwijs
In het onderwijs gaat het ook over change en yes we can! Het onderwijs is continu onderhevig aan veranderingen. Een docent die zijn les aanpast omdat hij/zij niet helemaal tevreden is, samen binnen een vakgebied een curriculum opbouwen of het integreren van ICT in het leerproces van leerlingen/studenten Het zijn allemaal veranderingen.
De aanwezigheid van de yes we can-factor is belangrijk in het doorvoeren van die veranderingen. Het geeft iets aan over het innoverend vermogen van een school. Samen innoveren betekent dat je als persoon je kwetsbaar op stelt: je bent intrinsiek gemotiveerd om te leren, jouw kennis en vaardigheden vloeien naar je collega’s, jij staat open voor kennis en vaardigheden van jouw collega’s. Dit is van essentieel belang als het gaat om het ontwikkelen van en streven naar steeds beter onderwijs.
Onderwijs in Nederland moet dat innoverend vermogen bewaken en versterken. Er zijn veel situaties te bedenken waar veranderingen negatief doorslaan naar kleine of grote crisissen. Dat ervaren docenten vaak als stress, werkdruk, versnipperd takenpakket, etc. Mijn eigen ervaring is dat als ik te maken heb met een te hoge werkdruk, dat ik overga in een survival mode, overleven. Dat is op z’n tijd niet zo heel erg, onderwijs kent nu eenmaal zijn pieken en dalen. Maar het kan problematisch worden als het een structureel verschijnsel gaat worden.
‘Overleven’ betekent dat je voor je zelf gaat zorgen. En dat is nodig, want anders houd je het niet vol. Maar vaak betekent het ook dat docenten naar binnen gekeerd raken. En dat is niet goed voor het innoverend vermogen. Met het naar binnen gekeerd zijn bedoel ik dat je als persoon even niet meer open staat voor kennis en vaardigheden van je collega’s, dat je je concentreert op je eigen ‘eilandje’ en dus niet zo makkelijk jouw kennis overdraagt of in ieder geval het gevoel hebt dat jouw kennis niet meer overkomt bij anderen. De intrinsieke motivatie verandert of valt weg, want de prioriteiten veranderen. Er is geen sprake van yes we can!
Kenniscrisis
Voor de buitenwereld doen onderwijsinstellingen zich vaak voorkomen als dynamische leeromgeving met allerlei speerpunten en koplopers-activiteiten. Dat kan alleen als de school zijn innoverend vermogen inzet. Als dat aan de binnenkant niet het geval is dan worden er verkeerde verwachtingen geschapen die uiteindelijk niet waargemaakt kunnen worden, omdat de innovatie ontbreekt. Er ontstaat een luchtbel. En wat hebben we sinds een aantal maanden geleerd van luchtbellen? Die worden doorgeprikt, zie de kredietcrisis. Om in onderwijstermen te blijven: misschien kunnen we spreken van een kenniscrisis.
Het is zaak voor het onderwijs in Nederland om te voorkomen dat we met z’n allen naar binnen gekeerd raken. Het is belangrijk dat we blijven bouwen aan een yes we can!-houding: de intrinsieke motivatie van alle betrokkenen om nieuwe dingen te willen leren, open te staan voor elkaars kennis en vaardigheden en met elkaar te staan voor goed onderwijs. Het gaat om het tonen van een houding die naar buiten gericht is. Binnen scholen, tussen scholen, tussen school en maatschappij. Ik vind dit dat binnen het onderwijs dit de belangrijkste verandering moet zijn.
Dus Mevrouw van Bijsterveldt? Kom maar op met die 90 miljoen, maar investeer het in de mensen op de werkvloer!
Ik heb ondertussen het boek De Leraar Centraal Bij Onderwijsinnovatie besteld. Ik wil er graag meer over lezen en kijken hoe ik zelf gefocust kan blijven op innovatie en hoe ik dat kan meenemen in de ontwikkeling van mijn onderwijs.
Curreny Of The Future III: