Leervlak

Over de bijdrage van Diana Laurillard op de Online, Open and Flexible Higher Education Conference 2018

Leestijd: 3 minuten

Gistermiddag verzorgde professor Diana Laurillard (UCL Knowledge Lab) op de Online, Open and Flexible Higher Education Conference 2018 in Aarhus een korte bijdrage met als titel “Blended and Online Learning: Teachers changing the pedagogical landscape”. Twee vragen stonden centraal in haar bijdrage. Does pedagogy need to change for a digital world? En how do we change the landscape of pedagogy? In het antwoord op de eerste vraag stond Laurillard’s Conversational Framework centraal. Het is een model dat we bij het lectoraat TLT vaak gebruiken, maar dit was de eerste keer dat ik Laurillard zelf het model zag toelichten.

Does pedagogy need to change for a digital world?
Het feit dat jongeren goed zijn in het gebruiken van online & social media betekent niet per definitie dat ze goed zijn in online leren. Jongeren moeten hierin begeleid worden door docenten, stelt Laurillard. De digitale wereld biedt allerlei uitdagende mogelijkheden om het leren te ondersteunen. Technology is always the thing, the question is what we need from it, geeft Laurillard aan. En dat vraagt kennis over leren.

Het bruggetje naar haar Conversational Framework is gemaakt. Ik ga hier op deze plek niet heel uitgebreid dit model toelichten, dat heb ik eerder op deze plek gedaan. Centrale vraag in het model is, geeft Laurillard aan, what does it take to learn in formal education? Het Conversational Framework bestaat uit:

Onderstaande afbeelding (met dank aan Willem van Valkenburg) geeft het model goed weer. De bovenste laag in het model beschrijft de interacties tussen docent en student, maar ook tussen studenten onderling, op het conceptuele niveau. Het betreft de communicatiecyclus. De onderste laag betreft het leren toepassen van deze concepten in een modelleercyclus. Ook op het toepassingsniveau beschrijft Laurillard interacties tussen studenten. Het model helpt in het nadenken over hoe je welke interactie kunt ondersteunen.

En hoe je dat dan met technologie? Dat geeft Laurillard eenvoudig weer met een aantal voorbeelden. Laurillard geeft aan dat er zoveel digitale tools beschikbaar zijn om het leren te ondersteunen. Vaak betref het hier technologie die niet gemaakt wordt voor het onderwijs, maar wel geadopteerd wordt door het onderwijs.

Maar terug naar de vraag. Moet de ‘pedagogy’ zich aanpassen aan de digitale wereld? Laurillard: “Not the fundamentals of learning, perhaps, just the means by which we support learning.”

Laurillard spreekt vervolgens over MOOCs. MOOCs kunnen met name professionals goed ondersteunen. Je hebt gratis toegang tot nieuwe kennis, het biedt mogelijkheden voor social learning (peer discussion), automated testing en peer review. En dat zijn goede didactieken, geeft Laurillard aan. Maar het ondersteunen van individuele leerprocessen in een MOOC, dat gaat niet volgens haar. Zij pleit dan ook voor docenten die (delen van) MOOCs intergeren in bestaande programma’s waar het leerproces van studenten begeleidt wordt: blended learning.

How do we change the landscape?
Dat gaat niet vanzelf. Docenten hebben ondersteuning nodig om in samenwerking met andere docenten innovatieve leerpraktijken te ontwerpen, en deze met elkaar te delen. Laurillard geeft een aantal voorbeelden.

FutureLearn. Blended Learning Essentials is een online course voor docenten gericht op het ontwerpen van effectieve blended learning praktijken, waarbij cursisten verbonden worden met docenten en onderwijsprofessionals die experts zijn op dit terrein, en die innovatieve leerpraktijken laten zien. Vervolgens gaan cursisten zelf aan de slag, waarbij ze discussiëren met peers.

MENTEP (MENtoring Technology-Enhanced Pedagogy) betreft een Europees project gericht het bevorderen van innovatief gebruik van ICT in het klaslokaal door docenten. Hierbij wordt een online self-assessment tool gebruikt die de huidige competenties van de docent in kaart brengt en advies geeft hoe ze zich kunnen ontwikkelen op dit terrein.

Het DEPIT-project (Designing for Personalization and Inclusion with Technologies) is gericht op het ontwerpen van een interactieve werkwijze voor het ontwerpen van leerpraktijken, waarbij docenten gebruik maken van een app. “The DEPIT Project app will allow users to design and implement curricular learning paths at different levels: a general design divided into modules and individual sessions, structured as a Graphic Organizer, able to ensure a clear vision of the organization of the educational path.”

 

Mobiele versie afsluiten