Leervlak

Onderwijsinnovatie: wat werkt?

Leestijd: 5 minuten

Komende vrijdag starten we bij de INHMLI met het tweede semester: Effectief Innoveren. Tijdens de eerste masterclass verzorgt collega Jan Halin een introductie op het thema onderwijsinnovatie en professionele leefgemeenschappen. In 2014 verzorgde Jan met collega Jeroen Onstenk een sessie over dezelfde thema’s. Ik heb toen aantekeningen verwerkt via mijn ‘kladblog’ op Tumblr, maar deze passen ook goed op dit blog. Bij deze!

Is de ontwikkeling van professionele leergemeenschappen en het ontwerpen en implementeren van onderwijsvernieuwing een kwestie van:

– het ondersteunen van de groei: de bestaande organisatie water geven, voeden (leiderschap)?
– het bouwen van een bouwwerk? (professional)?

Deze perspectieven ontmoeten elkaar uiteraard!

1. Effectieve scholen en duurzame verbetering

Morele verantwoordelijkheid, met name als leidinggevende: dubbeltjes worden kwartjes. The moral issue of education.

Anders kapitaalvernietiging: dubbeltjes blijven dubbeltjes.

We hebben in NL een groot probleem met functionele analfabeten: mensen die niet meekunnen in deze kennismaatschappij. Die hebben toch onderwijs genoten, neemt het onderwijs daar verantwoordelijkheid voor?

Every school a great school (Hopkins, 2007):

– middelen voor riscoleerlingen

– professioneel onderwijzen

– bestuur, motivatie en coördinatie

– innovatie en netwerken

– persoonlijk leren

onderwijs op maat, gepersonaliseerd onderwijs

– slimme verantwoording:

pro-actief de kwaliteit van onderwijs borgen, niet ‘verdedigen’, daar ben je veel tijd mee kwijt. Als school moet je ‘spelen’ met inspectie, pak de professionele ruimte als school(leiding)

Het groeien als school betreft ‘capacity building’

Veel projecten op basis van subsidies op scholen is een ‘hypotheek op de toekomst’ die na wegvallen van subsidie een groot probleem opleveren. Werk aan duurzame vernieuwing dmv capacity building.

Professionele ruimte van scholen en leraren als uitgangspunt nemen.

Ecologische validiteit: onderwijsinnovatie is geen standaard recept, altijd aanpassen aan de context van de eigen organisatie en cultuur. Welke interventies werken dan? Het is een spel van binnen en van buiten.

System leadership: nieuw concept van leiderschap. Vorm van denken over onderwijs waarbij de professionele ruimte veel meer aan de scholen ‘gelaten’ wordt: school verbindt zich aan de samenleving, de community. Verbinden met andere scholen.

What effective schools do:

– niet meer topdown evicence based
– meer bottom up voor elke onderwijsorganisatie anders
– data-driven schoolleiderschap
– eigen invulling in cocreatie met stakeholders geven op 7 factoren

1. hoge succesverwachtingen voor iedereen bevorderen
2. sterk onderwijskundig leiderschap uitoefenen
3. een heldere en gefocuste visie tot stand laten komen
4. gelegenheid om te leren optimaliseren/time on taks zo groot mogelijk te laten zijn
5. frequent monitoren van progressie
6. een veilige en ordelijke leeromgeving
7. positieve thuis-schoolrelaties stimuleren

– meetbaar maken van de ontwikkeling

Visie en onderwijsvernieuwing moet echt geborgd worden in gedrag van leraren!

2. Over kapitaal gesproken

1. Verstandige beslissingen nemen in omstandigheden waarvoor geen vaste regels gelden en waarvoor geen onomstotelijke bewijs aan te dragen is.
2. Besluitvormingskapitaal neemt toe door te putten uit de inzichten en ervaringen van collega’s
3. In de loop van het proces worden slechte beslissingen en ineffectieve methodes van de hand gedaan.
4. Wanneer duidelijk bewijs ontbreekt of in tegenspraak is met de praktijk, legt de collectieve ervaring veel meer gewicht in de schaal dan persoonlijke ervaring of helemaal geen ervaring.

Onderwijsinnovatie moet altijd gericht zijn op het verbeteren van de resultaten (cognitief, sociaal-emotioneel) van de leerlingen! Anders NIET doen!

Je kan een parallel trekken tussen ‘Professonial Capital’ van Hargreaves & Fullan en concept professionele leergemeenschap van Verbiest.

3. Leiderschap

Leiderschap voor, met en van bekwame en gemotiveerde professionals:

– onderwijskundig leiderschap: nadruk op coördinatie en controle, verbeteren van regels en discussie
– transformationeel leiderschap: empowerment, vernieuwen van inzichten
– gedeeld leiderschap
– onderzoeksmatig leiderschap: data benutten voor schoolontwikkeling, toepassen evidence baed aanpakken. Onderzoekende houding creëren: samen data analyseren.

Indirect heeft leiderschap invloed op resultaten van leerlingen.

4. Kenmerken van leren van professionals

Het belang van collectief leren: Why are so Many of our Teachers and Schools so Successful?: John Hattie at TEDxNorrkoping 

5. Professionele leergemeenschap

Definitie: “professional educators working collectively and purposefully to create and sustain a culture of learning for all students and adults” (Kiefer Hipp & Bumpers Hufman, 2010).

– shared leadership
– continuous inquiry and learning
– shared practice
– creation of collaborative structures and relationships
– an undeviating focus on student learning als the ultimate desired outcome

Verbiest:

– Professionaliteit: kennisbasis, evidenced informed
– Leren – professionele cultuur: collectieve leerprocessen, focus is leren van leerlingen.
– Gemeenschap (een team op een school)

De PLG-bril:

– persoonlijke capaciteit

Actief, reflectief en kritisch kennis (re)construeren
Actuele inzichten uit wetenschap en praktijk gebruiken

Je mentale model over leren en onderwijs ter discussie stellen en desgewenst bijstellen.

– interpersoonlijke capaciteit

Gedeelde waarden en visie op leren en op de rol van de leraar. Collectief leren en gedeelde praktijken

– organisatorische capaciteit

Ondersteunende condities: bronnen, structureren en systemen.
Ondersteunende condities: cultuur, ondersteunend, stimulerend en gedeeld leiderschap.

Komt aardig overheen met “Professional Capital” Fullan & Hargreaves. In de derde dimensie ‘besluitvormingskapitaal’ gaat het niet alleen om ‘de leidinggevende’, maar echt om de onderwijsprofessional die in een complexe situatie beslissingen neemt. Vraagt om ruimte om beslissingen te nemen.

De PLG-bril kun je op verschillende manieren gebruiken:

a. checklist: in hoeverre staan er we voor als PLG?
b. verandertool: ondersteunt de dialoog over ontwikkeling PLG

Gaat dus vaak uit van bestaande teams!

School als PLG:

– Kern: het leren en de resultaten van leerlingen
– Ondersteunen van het leren (gaat ook om de vraag waartoe leren wij)
– Hoe kunnen wij dat verbeteren?

Dialoog: je moet het er minimaal over hebben. En in hoeverre hebben wij het over deze zaken in de school?

Onderzoeken: laten we eens kijken hoe zit? wat doen we met de gegevens van leerlingen? wat weten we nog niet?

Collectief leren: wij willen met elkaar wat meer over deze onderwerpen weten. En hoe leidt dat vervolgens tot ander gedrag? Een PLG is ook een voorwaarde om iets met scholing te doen.

– Kenmerken van de organisatie die het moeilijk of makkelijker te maken om dit te realiseren:

– Competenties

– Structuur: randvoorwaarden zijn natuurlijk essentieel, maar pas op voor de discussie “geen tijd, geen ruimte”. Dat vraagt nl. ook over hoe de professonial de dimensie ‘ruimte’ invult.

– Cultuur: in hoeverre heeft de professonial het gevoel dat hij zeggenschap heeft hoe de organisatie zich ontwikkelt

Probleem in met name het VO en HBO is dat docenten bij PLG denken aan hun ‘vakgemeenschap’, maar dat is niet per definitie de PLG van de school. Daarom is het ook van belang dat PLG’s gecentreerd om het leren van de leerling. Dat vraagt dus ‘verlengde professionaliteit’ van de ‘vakdocent’ (persoonlijke capaciteit).

Lastig in het debat is dat de PLG de hele schoolorganisatie betreft. Wenger spreekt over ‘professionele praktijk gemeenschap’: hoeft niet een op een samen te vallen met de schoolorganisatie. Dit zie je bij scholen waarbij schoolleiding zegt we ‘doen’ een PLG, en collega’s zeggen: ‘mooi niet, want dit doen wij al’. Een PLG kan ook zonder directeur, overigens, als hij het maar faciliteert.

6. Effectieve professionaliseringsinterventies

Actief en onderzoekend leren, collegiaal:

– peer observatie
– video-club
– protocol-gebaseerde gesprekken over leerling werk
– studiegroepen
– collegiale ondersteuning
– advisering

Theory of improvement cruciaal!

7. Onderzoekende schoolcultuur

Leren op alle niveaus:

– Smalle focus: data, nadruk op accountability
– Brede focus: data, ontwikkelingsgericht

“Van klok naar kompas”

Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan geen mensen bijeen om timmerhout te slepen, werktuigen te maken, het werk te verlichten, maar leer mensen te verlangen naar de eindeloze zee 

Antoine de Saint-Exupery

Mobiele versie afsluiten