Gisteren verwees ik naar het onderzoek dat Paul Kirschner heeft gedaan naar het opleiden van jongeren voor niet bestaande banen. In de video (ik kan deze helaas niet insluiten) Thoughts about Educating our Youth for Non- and Not Yet Existing Jobs van de Universiteit van Oulu, waar Kirschner als visiting professor aan verbonden is, spreekt Kirschner over een aantal aspecten van dit vraagstuk. Een korte samenvatting.
Veranderingen op de arbeidsmarkt
De grootste verandering in de arbeidsmarkt is dat sommige banen zullen worden overgenomen door computers die door big data en machine learning in staat zijn om te leren om semi-intelligente beslissingen te nemen. Deze computers zijn daardoor in staat te reageren op situaties die anders zijn dan normaal. We zien deze ontwikkeling al in de chatbots en bijvoorbeeld in de landbouw, waar landbouwmachines zelf een veld omploegen. Kirschner geeft aan dat er voorspeld wordt dat over 5 – 10 jaar semi-skilled positions zullen worden overgenomen door machines.
Domein- en metacognitieve kennis
Als je een schaakprobleem wilt oplossen, dan heb je daar zeer domeinspecifieke kennis voor nodig, geeft Kirschner aan. Voor lerenden is het belangrijk om te beschikken over een goede basiskennis en vaardigheden die hen in staat stellen om in de toekomst nieuwe kennis en nieuwe vaardigheden te verwerven.
En naast deze domeinspecifieke kennis is aandacht voor metacognitieve kennis en vaardigheden van belang. Kennis over de kennis, die studenten nodig hebben om problemen op te lossen. Docenten kunnen lerenden hier bij helpen door andere vragen te stellen. Niet alleen vragen om lerenden hun domeinkennis te laten toepassen in situaties waar die kennis ook werkt, maar juist door ze te vragen om na te denken over, of ze te confronteren met, situaties waar die kennis niet werkt. En waarom dan niet? En hoe los je dan je probleem op? Dat zijn situaties waar studenten op voorbereid dienen te worden.
Competenties
De meeste beroepen kennen vier of vijf competenties. Als voorbeeld noemt Kirschner de arts. De arts moet (1) het patiëntdossier analyseren, (2) een diagnose stellen, (3) een behandeling voorstellen, (4) de behandeling uitvoeren en (5) evalueren of de behandeling is geslaagd. De arts van 50 jaar geleden heeft dezelfde competenties als de arts van nu, en de arts over 50 jaar. Wat verandert zijn de ontwikkelingen in kennis, toepassingen en technieken, en dat vraagt nieuwe kennis, nieuwe vaardigheden en vaak ook een andere houding.
En wat deze technieken en tools over 50 jaar zullen zijn? Kirschner beschikt niet over een kristallen bol.
Lees hier het rapport over het onderzoek naar het opleiden van jongeren voor niet bestaande banen.