“Verder met de Kennisbasis ICT” was de titel van de tweede ADEF (Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten) ICT-werkgroep conferentie, die ik vandaag heb bijgewoond op de Hogeschool van Amsterdam. Een plenair gedeelte over de status van de kennisbasis ICT en hoe deze te interpreteren, daarna keuze uit twee workshops. Voor mij de eerste introductie met de kennisbasis ICT.
K3
De educatieve faculteiten zijn druk in de weer met de zogenaamde “K3”: kennisbasis, kennistoetsen en kennisbank. Zo hebben bijvoorbeeld alle tweedegraads lerarenopleidingen aardrijkskunde een kennisbasis ontwikkeld voor het vak. Een verzameling van kennisitems waarvan wij vinden dat een startbekwame leraar die moet beheersen. Op dit moment wordt er druk gewerkt aan zogenaamde kennistoetsen die een aantal keer in de opleiding worden afgenomen, om deze kennisbasis bij de student transparant te maken (en te voorkomen dat we ‘centrale examinering’ van de politiek opgelegd krijgen). En in de toekomst ligt het concept kennisbank, waarin we lesmateriaal met elkaar willen delen. Ik slik het woord WikiWijs nu even weg. De voorzitter van de ADEF ICT-werkgroep, Gert-Jan van Setten, wist te melden dat er een bedrag van 4 miljoen euro ‘vrijkomt’ om deze klus in 2,5 jaar te klaren. Aardig bedrag.
Kennisbasis ICT
Maar wat moet een startbekwame docent weten als het gaat om ICT? Welke standaard moeten docenten hebben als het gaat om digitale didactiek? Vandaar de opdracht om kennisbasis ICT vorm te geven. Ik heb hier een ontwerpversie voor mij liggen (ik heb deze nog niet digitaal), waarin 9 categorieën benoemd worden met ICT onderwerpen waarin een beginnende docent in het voortgezet onderwijs vaardig moet zijn. De vaardigheden zijn vervolgens per onderwerp benoemd als gedragsindicatoren.
De categorieën zijn:
- Instrumentele vaardigheden
- Algemene didactiek
- Informatievaardigheden
- Presenteren
- Samenwerken en communiceren
- Individueel werken
- Begeleiden en beoordelen
- Digitaal toetsen
- Arrangeren en ontwikkelen
Het is een flinke lijst geworden, en alles staat er wel zo’n beetje in. ECDL niveau, audio en video, elo’s, web 2.0, mediawijsheid (alleen het woord wordt niet gebruikt), synchrone en a-synchrone communicatiemiddelen, etc. Aan de basis van dit verhaal liggen de SBL E-competenties. Ik ga mij er binnenkort eens op storten. Het zal om details gaan.
Ik vind het in ieder geval belangrijk dat in de verdere uitwerkingen van de kennisbasis niet vergeten wordt, dat het bij een kennisbasis niet alleen gaat om kennis van vak (in dit geval dus ICT), maar ook om kennis van leerlingen en kennis van leren. Het is belangrijk dat studenten begrijpen waarom deze vaardigheden zo belangrijk zijn als het gaat om begeleiden van leerlingen in het onderwijs van de 21e eeuw. Een visie en een missie hebben over ICT en onderwijs is ook een belangrijke gedragsindicator.
Ontwikkelperspectief
In de ochtend hebben de schrijvers de kennisbasis voorgelegd aan een aantal lectoren. Jan van Bruggen, lector Educatieve functies van ICT van Fontys, verving Peter van ’t Riet (lector ICT en onderwijsinnovatie) die met griep geveld was, met een korte toelichting. Hij stelde dat de kennisbasis zoals die er nu ligt, een hele dappere onderneming is om papier te zetten. Het is een helder document, niet vrijblijvend, erg handig voor toetsen e.d. Maar het is belangrijk om dit niet allemaal vast te spijkeren. Het advies van de lectoren is om voor een ontwikkelperspectief te zorgen. Er is meer nodig dan de beheersing van basiskennis en –vaardigheden op het gebied van ICT en onderwijs. Het gaat ook om de professionaliteit van de moderne docent die in staat moet zijn om ICT bewust in te zetten en dus op de hoogte moet zijn van de ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van ICT en onderwijs, en hoe je daarmee je onderwijs kunt verbeteren. Jan van Bruggen:
Het gaat om de veelvuldigheid van ICT. De dynamiek zit hem in de technologie die ons al jaren lang overspoelt. Dat zit niet alleen in de kennis, maar zit ook tussen de oren.
Dat betekent dus dat er ruimte moet zijn voor de student om zich zelf te profileren, te ontwikkelen en zelf met zaken aan te komen. De context van het beroep wordt hier in heel belangrijk.
Implementatie
Dan rest er nog de vraag, hoe de kennisbasis te implementeren. Hoe ga je een ontwikkelperspectief vormgeven? Het zal in ieder geval geïntegreerd met de andere vakken moeten worden aangeboden, in de betekenisvolle context van de student die leraar aan het worden is. Dat betekent dat het belangrijk wordt om samen met vakcollega’s kenmerkende beroepssituaties te schrijven die het startpunt worden voor de student. Ik denk ook dat het heel belangrijk is om het veld, in de rol van opleidingsscholen, er bij te betrekken. Het implementeren van een kennisbasis vraagt in ieder geval innoverend vermogen.
ICT innoveert, dus ook het onderwijs.