Vanochtend was ik in Nijmegen voor de eerste bijeenkomst van de gebruikersgroep iXpeditie Maatwerk. Het betreft hier de ontwikkeling van een spelsimulatie dat scholen moet gaan ondersteunen bij het vormgeven van maatwerk met behulp van ICT. De simulatie heeft als doel om teams van (aankomende) leerkrachten inzicht te geven in keuzes t.a.v. het ontwikkelen van een visie op maatwerk met ICT, de mogelijke consequenties van deze keuzes en een aantal handvatten om deze visie daadwerkelijk te verwezenlijken. In deze bijeenkomst is het achterliggende model ‘maatwerk met ICT’ toegelicht en hebben we door middel van design thinking nagedacht over belangrijke ontwerpeisen voor het simulatiespel.
ANT
Anne-Marieke van Loon, associate-lector Leren met ICT bij de HAN en projectleider, verzorgde een korte introductie op het achterliggende theoretisch model ‘maatwerk met ICT’. Het organiseren van maatwerk met ICT betreft een complex spel waarbij verschillende actoren en factoren een rol spelen. Deze zijn continu aan verandering onderhevig en oefenen invloed op elkaar uit. Elke school kent zo zijn eigen contextspecifieke netwerk van actoren en factoren bij het organiseren van maatwerk met ICT.
Om dit netwerk te duiden wordt de actor-netwerktheorie (ANT) gebruikt waarbij er sprake is van een netwerk van actanten: menselijke actoren of niet-menselijke elementen die de bron van een actie zijn en met elkaar interacteren, dus met elkaar verbonden zijn. Een actant is bijvoorbeeld de docent, die in verbinding staat met andere actanten zoals collega’s, leerlingen en ouders, maar dit kan ook de vakmethode of een ICT-toepassing zijn. De kenmerken van de docent zijn bijvoorbeeld zijn opvattingen over leren en onderwijs, de mate waarin hij zichzelf ICT-bekwaam acht, etc. Deze kenmerken beïnvloeden het gedrag van de docent en daarmee zijn ze in meer of mindere mate ook van invloed op andere actanten. Dit complexe netwerk wordt als een constellatie beschreven.
Constellaties van maatwerk
Als je kiest voor een bepaalde vorm van maatwerk dan heeft dat invloed op alle actanten in de constellatie. Maatwerk wordt omschreven als het aansluiten bij de individuele behoeften (wat zeker niet wil zeggen dat het leren een individuele aangelegenheid is) van de lerende met als doel het verbeteren van de leerprestaties en ontwikkelen van talenten. Maatwerk veronderstelt dat er keuzes gemaakt kunnen worden in waarom, wat, hoe, met wie en in welk tempo er geleerd wordt. Er is sprake van het personaliseren van leren.
Er zijn verschillende vormen van maatwerk mogelijk afhankelijk van welke keuzes gemaakt worden. De vorm wordt bepaald door keuzes t.a.v. twee dimensies, nl. die van (1) zelfregie naar externe regie en die van (2) differentiatie naar standaardisatie (zie afbeelding).
De eerste dimensie betreft de mate van verantwoordelijkheid over het eigen leren, ligt die bij de lerende zelf of bij de docent (maar dat zou ook bijvoorbeeld een methode of ICT-toepassing kunnen zijn)? De tweede dimensie betreft keuzes t.a.v. de organisatie van het leren. Bied je als school meerdere aanpakken aan waar lerenden uit kunnen kiezen (one-size-fits-one), of kies je voor standaard aanpak (one-size-fits-all)?
Keuzes t.a.v. deze dimensies hebben gevolgen voor de organisatie van het onderwijs waardoor er verschillende constellaties van maatwerk ontstaan. En hoewel die constellaties contextspecifiek zijn en dus voor iedere school ‘uniek’, is er wel een globale indeling te maken
- Klassikaal onderwijs, waarbij de regie over het leerproces in handen is van de docent en er in sterke mate is van standaardisatie;
- Groepsdifferentiatie en individuele leerlijnen, waarbij er sprake is van externe regie maar wel rekening wordt gehouden met het niveau en behoeften van de lerende;
- Persoonlijke leerroutes: de lerende kan zelf bepalen wat en hoe ze leren;
- Zelfregulerend leren in een vaststaand programma: de doelen zijn vastgelegd, maar er is sprake van mede-eigenaarschap over het leerproces. De lerende overlegt met de docent de wijze waarop de doelen behaald worden.
- Een mengeling betreft een leerpartnerschap. Een mix van collectieve en geïndividualiseerde organisatie van het leren waarbij de lerende regie voert over zijn eigen leren in dialoog met de docent. Dat vraagt van de lerende een bepaalde mate van zelf-regulatie.
Het doel van de spelsimulatie is om met name docenten die gefocust zijn op het micro-niveau van onderwijs te helpen in het zicht krijgen op de gevolgen van keuzes voor andere elementen in het netwerk. Het draait om het verkrijgen van een breder perspectief t.a.v. maatwerk met ICT en het eigen handelen t.a.v. dit proces.
Spelsimulatie
Door middel van een design-thinking werkvorm hebben we nagedacht over ontwerpeisen voor de spelsimulatie, naast de ontwerpeisen die uit onderzoek naar boven komen. We hebben nagedacht over de rollen, verschillende scenario’s binnen de simulatie, de mate van scaffolding in het spel, allerlei feedback-elementen die de speler inzicht geven in keuzes en ontwikkelingen, etc. Een attractieve manier om elkaar te leren kennen en bekend te raken met het gedachtegoed achter iXpeditie Maatwerk.
De spelsimulatie wordt volgend jaar ontworpen door studenten van de Universiteit Tilburg en gebouwd door studenten van de Universiteit Utrecht. Het jaar daarna wordt het spel getest en wordt er onderzoek gedaan naar de ervaringen en opbrengsten. Als lid van de gebruikersgroep ga ik de komende jaren met interesse het proces volgen en feedback geven.