Arne Horst gaat verhuizen en komt tijdens het opruimen allerlei relikwieën tegen uit het verleden, onder andere materiaal over de ISI-onderwijsprojecten waar wij midden jaren ’90 als student-assistenten bij betrokken waren. Arne schrijft er een mooie blogpost over. Brings back memories. Het is een vormende periode geweest, waar onze carrières in ICT en onderwijs zijn begonnen. Arne, ik doe nostalgisch met je mee.
ISI
ISI staat voor ‘Interactief Systeem voor Informatieverwerking‘, een ontwikkelomgeving voor leerlingen. Het was een ICT-toepassing en didactisch concept dat in de jaren ’90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door leden van het toenmalige ICTO-team van Hogeschool Holland, het HHIT: Nico Juist (ISI is easy man!), Tom Visscher en Abe Timmerman. De applicatie was geschreven in PLUS, een clone van Hypercard (#retroict).
Om ISI toe te lichten kan ik u simpelweg verwijzen naar deze link, maar ik schrijf het toch op. Ik vind het te leuk.
De basis van ISI was de ‘kaart’ (als in een ‘kaartenbak’). In de ontwikkelmodus konden deze kaarten door leerlingen gevuld worden met tekst en afbeeldingen. De ISI-multimedia versie had ook de mogelijkheid om audio- en videofragmenten in te voegen. Deze kaarten werden aan elkaar gekoppeld door hyperlinks en de zogenaamde ‘ISI-knoppen’ (hotspot-buttons). Leerlingen bouwden dus aan een informatiesysteem van kaarten, een stack. Door het plaatsen van de ISI-knoppen ontstonden er verschillende routes door de stack. Op basis van de index en zoeken op trefwoord kon je ook door de stack navigeren. De stack kon je vervolgens in bladermodus bekijken en presenteren. Al vrij snel kwam er de mogelijkheid om de stacks te uploaden naar het internet. Je kan het zien als een voorloper op de wiki (en ‘wij’ vinden dan ook dat Wikipedia iets mist: de ISI-knop, en vooral hoe die ‘in het scherm kwam vliegen’ als je de knop plaatste op een kaart).
(Ik ga snel eens kijken of ik mijn ISI-versie nog aan de praat krijg en er een screencast van kan maken, hieronder een schema uit een handleiding en hier een indruk van de interface, echter zonder de ISI-knop).
Producerend leren
De jaren ’90 stonden wat betreft voortgezet onderwijs in het teken van basisvorming, omgevingsonderwijs, actief leren en integratie van ICT. Toen ik in 1994 mij inschreef voor een ‘differentiatieminor’ ICT luisterde ik naar Nico Juist en Tom Visscher die vertelden over producerend leren met behulp van ICT. Leren is een actief proces en daarin wordt altijd informatie geproduceerd. Deze informatieverwerking kan uitstekend door leerlingen zelf gedaan worden, met ICT als gereedschap in hun handen. Arne schrijft op zijn blog:
Leerlingen werden co-producenten binnen je onderwijsproject. Er ontstond daardoor dynamiek binnen de groep. Leerlingen die meer konden, kregen ook meer verantwoordelijkheden. Verrassend genoeg (of misschien niet toen ik jaren later over de eerste onderzoeksresultaten van Prof. Möncks las) werden vaak de verveelde ‘etterbakkies’, die normaliter achter in de klas ‘stoer’ zittend op twee stoelpoten achterover leunden, de hardste en trouwste medewerkers.
Tekstverwerken, fotograferen, scannen, filmen, hyperlinks maken, taggen, de leerlingen leerden het ‘on the job’ en nog mooier: de leerlingen leerden het elkaar! Tel daar bronnenonderzoek, veldwerk, informatie verwerven en verwerken, samenwerkend leren en alles wat daarbij komt kijken bij op. Leerzaam! Ook de motivatie was een andere, men deed het niet voor de leraar of het cijfer, het project moest af! Men had toch een deadline? Desnoods werkten de leerlingen vrijwillig door. Prachtig!
Werkwijze
Met ISI voerden wij met name omgevingsonderwijsprojecten uit. Op basis van onderzoeksstappen begeleidden wij de leerlingen in het vullen van de kaarten. We gingen de straat op voor videoreportages en interviews, we organiseerden een ‘redactie’ met de leerlingen en hielpen ze met het scannen van afbeeldingen en het digitaliseren van video. Met enige regelmaat liepen wij, studenten, met pentium PC’s, mega-beamers en videoapparatuur de hogeschool uit onderweg naar de scholen. Oh, en laat ik de Mavica-camera’s niet vergeten!
Er was altijd een hoofdvraag of een projectthema die aan de basis lag. Leerlingen formuleerden deelvragen en werkten die verder uit. Het was belangrijk om eerst een boomstructuur te tekenen van de ‘stack’, alvorens te gaan digitaliseren. Als er geïnterviewd moest worden (en daar zorgden we meestal wel voor) dan moest dat uiteraard goed voorbereidt worden. Spannende, uitdagende opdrachten, en vaak buiten het lokaal! Dat was altijd de helft van de winst. We sloten af met een ‘productiedag’, vaak ook de dag dat er gepresenteerd moest worden. Dan werd het busje volgeladen met apparatuur en gingen we naar de school toe, of het busje werd volgeladen met leerlingen die naar het ICT-lab van het HHIT kwamen. In een paar uur tijd werd al het materiaal gedigitaliseerd, de stack in elkaar gezet en vaak ook nog ge-upload naar het internet. Producerend leren was vooral echt!
‘Ander’ onderwijs
Het was voor ons als student een kennismaking met projectonderwijs, alternatief onderwijs. Die kennismaking heeft mij gered, want ik was wat gedemotiveerd geraakt met het vooruitzicht van ‘standaard lesjes draaien’ op een school. Ik vond het geweldig om naast en met de leerlingen te werken aan uitdagende opdrachten. Wij begepen al vrij snel wat de meerwaarde van samenwerkend leren was, hoe je klassenmanagement verandert bij dergelijke ICT-projecten en waarom je leerlingen gerust verantwoordelijkheid kan geven als je vertrouwen uitstraalt. Arne noemt in zijn blogpost de term co-creatie. Dat was het ook. Hier vond ik mijn ‘docentstijl’. Hier leerde ik dat we leerlingen een enorm potentieel hadden dat echter niet werd aangeboord. Volgens mij is dit probleem nog steeds actueel.
We hebben prachtige omgevingsonderwijsprojecten gedaan, met een tool die zijn tijd ver vooruit was. En hoewel nu verouderd, is de werkwijze actueler dan ooit. Arne schrijft daar mooi over en heeft zelfs nog een eigen voorbeeld online staan.
U kunt de basis-versie van ISI nog steeds downloaden. Ik heb geen idee of u het aan de praat krijgt, want we zijn al weer een end weg van Windows 3.11, maar Arne en ik horen graag reacties.