Leervlak

Het micro, meso en macro-niveau van implementatie van blended learning

Leestijd: 3 minuten

Soms moet je naar Denemarken afreizen om een interessante presentatie van een collega uit Nederland bij te wonen. Dat was vandaag het geval met Willem van Valkenburg (TU Delft) die op de Online, Open and Flexible Higher Education Conference 2018 in Aarhus een bijdrage verzorgde over het EMBED-project waar hij bij betrokken is. EMBED staat voor de European Maturity Model for Blended Learning en het project heeft als doel om een criteria en instrumenten te ontwikkelen om de mate van ‘volwassenheid’ van de implementatie van blended learning op meerdere niveaus te kunnen bepalen.

Blended learning op meerdere niveaus
Blended Learning gaat over de beredeneerde inzet van technologie, begint Van Valkenburg. Het gaat om leren als resultaat van een beredeneerde en geïntegreerde combinatie van online en f2f leeractiviteiten. Blended teaching is vervolgens het proces van ontwerpen en faciliteren van blended learning. Blended education is dan de formele context van blended learning bepaald door beleid en regels gericht op het organiseren en ondersteunen van blended learning.

Als je vervolgens iets wil zeggen over de implementatie van blended learning dan is het dus belangrijk om op meerdere niveaus te kijken. Van Valkenburg noemt drie niveaus, en benoemt hierbij enkele voorbeelden.

1. Micro;
Het betreft hier het leren van de studenten via het onderwijs. Op de TU Delft maken ze gebruik van de zog. ‘blended learning wave’ om docenten te ondersteunen bij het beredeneerd ontwerpen van blended learning.

De ‘blended learning wave’. Met dank aan @dikunytt

2. Meso;
Wat is het beleid in de organisatie, en onder welke randvoorwaarden? Van Valkenburg noemt het nieuwe TU gebouw Pulse als voorbeeld hoe je als instituut kunt nadenken over het inrichten van de fysieke onderwijsruimte, op basis van een visie op blended learning.

Maar hij benoemt ook het belang om docenten tijd en ruimte te geven om blended learning te ontwerpen. Het ontwerpen van blended learning kost meer tijd dan het ontwerpen van ’traditioneel onderwijs’ en vraagt vaak ook enkele iteraties voordat het ontwerp echt efficiënt en effectief is. Echter, op de meeste instituten wordt gebruik gemaakt van andere uitgangspunten om deze ontwikkeltijd te bepalen, en in principe is dat dan beleid dat conflicteert met blended learning.

3. Macro;
Dit laatste heeft ook te maken met de politiek. Blended learning betekent bijv. minder contacttijd in de klas, en dat ligt politiek wat gevoelig, geeft Van Valkenburg aan. De trend van de afgelopen jaren gaat juist over meer contacttijd. Welk beeld bestaat er bij de politiek over blended learning? Meer of minder contacttijd zegt niet zoveel over de kwaliteit van het onderwijs. Een ander voorbeeld van ontwikkelingen van blended learning op macro-niveau zijn subsidie-trajecten vanuit overheden met als doel om blended learning en digitalisering van het hoger onderwijs te bevorderen.

Ten aanzien van het aspect contacttijd wordt na afloop opgemerkt dat het ook studenten zijn die om meer contacttijd met een docent vragen, en minder naar video’s willen kijken. Van Valkenburg geeft aan dat dit klop als het gaat om substitutie. Een docent die zijn colleges inblikt start verkeerd, er is geen sprake van effectief blended learning. Van Valkenburg geeft aan dat studenten zich ook vrij conservatief kunnen opstellen, en zich moeten realiseren dat je meer moet doen om een resultaat te behalen dan het passief kijken naar video’s of passief luisteren naar een docent in een college.

Ik vond het een helder verhaal en realiseerde mij het belang van met name het meso-niveau. Binnen de hogeschool waar ik werkzaam ben hebben we het vooral over blended learning op micro-niveau, en zoeken we nog naar heldere verbindingen met het meso-niveau. Het is de alignement van beide niveaus die belangrijk zijn bij succesvolle implementatie van blended learning.

Update 12/10
Hieronder tref je de slides aan van Willem.

Mobiele versie afsluiten