Dit is het tweede deel van een blogpost serie over het herontwerp van een training eLearning. In het eerste deel keek ik terug op de ‘oude training’. In het tweede deel richt ik mij op het herontwerp. Ik hoop dat er meer posts zullen volgen om zo het een en ander inzichtelijk te maken.
Mijn collega Marten Douma en ik besloten dat het tijd was om de training eLearning die wij nu voor de derde keer gaan verzorgen te herzien. Ten eerste omdat we vinden dat de training beter moet aansluiten bij het gebruik van e-learning en ICT op de praktijkscholen van de studenten, ten tweede omdat we beter willen aansluiten bij de verschillende niveaus en wensen van de studenten. Wij hopen te bereiken dat dit een grotere betrokkenheid en motivatie van de student oplevert met als gevolg dat ‘ICT & onderwijs’ een duidelijke plek inneemt in zijn of haar competentieontwikkeling.
In deze post wil ik de kaders van de training eLearning ‘nieuwe stijl’ omschrijven en brainstormen over de uitvoering van de training.
Ontwerpprincipes
Op de laatste editie van de Online Educa in Berlijn volgde ik een learnshop over ontwerpprincipes voor leeromgevingen, georganiseerd door Ellen van den Berg (Hogeschool Edith Stein), Petra Fisser (Universiteit van Twente) en Wim de Boer (SLO). Het ging hier om een versimpelde versie van de ontwerpprincipes van van den Akker met betrekking tot ontwikkelingsgericht onderzoek:
“Als je interventie X wilt ontwerpen voor doel/functie Y in context Z, dan wordt aanbevolen om de interventie de karakteristieken A, B en C te geven en dat te doen via procedure K, L en M, vanwege de argumenten P, Q en R”. (van de Akker, 1990)
In de learnshop werd dit principe vereenvoudigt: als – dan – omdat. Lees meer over de learnshop op de weblog van Petra Fisser.
Hoewel het in het geval van de workshop ging om het ontwerpen van een fysieke leeromgeving, met evt. een virtuele component, lijkt het mij een goede structuur om de uitgangspunten van de training helder te krijgen. De training is de leeromgeving. Ik werk de volgende formule uit:
Als:
Wij een training eLearning willen ontwerpen waarin het leerproces van de studenten op het gebied van ICT & onderwijs centraal staat, waarin de studenten betrokken zijn bij het thema zodat zij dit een concrete plek kunnen geven in hun competentieontwikkeling;
Dan:
Is het belangrijk dat de student ruimte krijgt om zijn eigen vragen op het gebied van ICT & onderwijs te formuleren en uit te werken. Daarnaast is uitwisseling van kennis/ervaringen tussen studenten/begeleiders en peerfeedback van belang voor een kritische houding ten op zichte van de eigen competentieontwikkeling.
De organisatie van de training en begeleiding kent een duidelijke structuur, waardoor de student het vertrouwen heeft om actief aan zijn eigen ontwikkeling te werken. De leeromgeving moet uitdagend en inspirerend zijn.
Omdat:
Uit eerdere ervaringen is gebleken dat een strak georganiseerde, docent gestuurde training niet bijdraagt aan het op de agenda zetten van ICT & onderwijs in de competentieontwikkeling door de student. Omdat deze training voorlopig de enige formele onderwijseenheid is waarin e-learning centraal staat, is het belangrijk dat de student deze ontwikkeling actief en zelfstandig verder doorzet in zijn of haar competentieontwikkeling. Om dit te bereiken is betrokkenheid een belangrijke voorwaarde. Door de training beter aan te laten sluiten bij de vragen van de student en een inspirerende en uitdagende leeromgeving te bieden, werken we aan een basis hiervoor. In deze situatie verwachten we dat de kernprincipes rondom e-learning ook beter beklijven en beter aansluiten bij de huidige ontwikkeling van de student.
Met name bij de laatste stap denk je na over de argumenten en de theorie achter het ontwerp. Het gaat hier eigenlijk om een expliciete theoretische onderbouwing, ik vlieg hier wat kort door de bocht. Dat komt omdat ik het gebruik om mijn gedachten te ordenen en als brainstorm. En ik zit in tijdnood. :) Dit onderdeel gaan we ook gebruiken om tijdens en na de training te evalueren.
Brainstorm: mini-conferentie ICT & onderwijs
De ontwerpprincipes zijn helder, nu de invulling! De studenten hebben 7 bijeenkomsten van 1,5 uur. In plaats van dat we ze onderwerpen gaan opdringen, laten we zelf hun vraag formuleren. Vervolgens moet dat inhoudelijk uitgewerkt en gepresenteerd worden. En natuurlijk is het belangrijk dat ze van elkaar leren. Het moet gaan om halen en brengen.
In een brainstorm (zie afbeelding hieronder) zijn we uitgekomen op het organiseren van een mini-conferentie/studiemiddag over ICT & onderwijs voor alle studenten en docenten van de School. De invulling wordt bepaald door de leervragen van de studenten, zij vullen de conferentie inhoudelijk.
De leervraag formuleren ze middels een proposal. In dit proposal formuleren ze een concrete leervraag en hoe ze dat gaan presenteren tijdens de mini-conferentie. Mede-studenten en docenten tekenen in op de workshops/presentaties. Zij vullen na afloop van een sessie een snelle evaluatie in, die wij als begeleiders kunnen gebruiken bij de eindbeoordeling.
Iedere bijeenkomst wordt door de student gebruikt om de presentatie/workshop voor te bereiden. Zij gaan actief hun leervraag beantwoorden. Wij vragen de studenten ook om te helpen de mini-conferentie mede te organiseren. Wij als begeleiders zullen de hoofdcoördinatie hiervan op ons nemen, maar zaken als een naam voor de comferentie, logo en promotie via de sociale netwerken van de studenten kunnen we prima uit besteden.
Dit, of een variant hierop, gaan we nu uitwerken in een concrete studiehandleiding. Meer hierover in het vervolg op deze serie.
Beste JB, Betrokkenheid is een volgens US onderzoek van de onderscheidende eigenschappen van de goede leraar, waarom? Een betrokken leraar weet leerlingen te betrekken. Een tweede onderscheidende eigenschap is dat goede leraren hoge en duidelijke eisen stellen aan de leerling (en aan zichzelf) en er bovenop zitten om het werk van leerlingen steeds te laten verbeteren. (verbeteren is niet de fouten met rood aanstrepen, maar beter maken). Je betrokkenheid is aanstekelijk, maar (zou ik als student me afvragen) wat eis je van je studenten?
Ja, dat is een goede vraag. Ik eis dat ze hun best doen en de opdracht serieus nemen. Want dat betekent dat ze zich zelf en hun competentieontwikkeling serieus nemen. Omschrijf het als een professionele houding. Dat betekent dat ze een eigen leervraag formuleren en daar ook echt een duidelijke ontwikkeling in doormaken. Dat is waar een deel van de beoordeling op gaat hangen.
Voor de rest vraag ik dat ze open staan voor nieuwe ideeën en werkvormen en voor elkaar. Vervolgens nodig ik ze uit om de leeromgeving te adopteren en eigen te maken. Dan denk ik dat je als student het meeste uit een leersituatie haalt. Ik hoop dat dit betrokkenheid, eigenaarschap en motivatie oplevert voor verdere ontwikkeling.
Ik zal Marten ook eens vragen of hij zijn gedachten hier over wil laten gaan.
Dit gaat een heel mooi debat worden. Heldere, scherpe leerdoelen en zeggenschap over je eigen leerproces horen bij een heel nader onderwijs concept. Ik zie bij bij de lerarenopleidingen een steeds lastiger wordende spagaat. De buitenwereld eist 2 jaar besteden aan vakkennis en een eindniveau volledig gebaseerd op algemene competenties. Er zal volgens mij gekozen moeten worden. En de sfeer is: de inhoud staat centraal. Daarom slaan de ideeën van Beter Onderwijs Nederland zo aan.Het is geen goede analyse maar wel een weerspiegeling van het algemene onbehagen over te veel vage competenties.
Overigens een verhelderende uitspraak van een moeder op een ouderavond in het HBO: na het studiehuis in het VO beginnen jullie ook al de begeleiding niet te geven waardoor wij als ouders dat moeten doen (over het invoeren van competentie gericht onderwijs)
Dat gezegd te hebben Auke, ben ik benieuwd wat je dan van deze training vindt. Met name op het punt van begeleiden.
Betrokkenheid toon je inderdaad door er bovenop te zitten. In Word geef ik zo snel mogelijk inhoudelijk commentaar op [via elo] ingeleverd werk van studenten met de Reviewfunctie, en soms verbeter ik zo taalfouten: verbeterde variant van rode potlood.
Als studenten zich makkelijk van een opdracht willen afmaken, bestaan mijn reacties uit doorvragen à la ‘geef voorbeelden’: positieve feedback.
Zeker op een lerarenopleidng is ‘practise what you preach’ een continue activiteit. Gebruik de elo op alle mogelijke manieren; dat geeft studenten concrete ideeën. Ook als je Smartboard even vooral een projectiescherm is [voor YouTube-filmpje, je blog, en een snelle chat met mij, zoals gisteren], doe dat dan wel via de SmartBoardfuncties. Effect in de bijdragen ‘wat wil ik leren’ is direct zichtbaar: ‘werken met SmartBoard’!
Eisen stellen aan studenten zonder goede voorbeelden te geven, kan anders snel ontaarden in straffen voor wie niet aan die eisen voldoet.