Vorig jaar was ik in Sevilla op uitnodiging van het Joint Research Centre van de Europese Unie om te praten over DigCompEdu, het European Framework for the Digital Competence of Educators. Ik schreef daar hier over. Eind vorig jaar is de definitieve versie gepubliceerd. DigCompEdu is een kader dat goed gebruikt kan worden in de discussie over de didactische ICT-bekwaamheden van docenten in alle geledingen van het onderwijs. Hieronder een korte verkenning van het framework.
DigCompEdu
De EU vindt dat haar burgers in staat moeten zijn om kritisch en creatief om te kunnen gaan met technologie en digitale content in een maatschappij waar deze alomtegenwoordig aanwezig zijn. In het framework DigComp staan deze bekwaamheden beschreven. Het onderwijs is zich er van bewust dat de digitalisering van de maatschappij iets vraagt van de digitale competenties van docenten. DigCompEdu:
As professionals dedicated to teaching, they need, in addition to the general digital competences for life and work, educator-specific digital competences to be able to effectively use digital technologies for teaching. The aim of the DigCompEdu framework is to capture and describe these educator-specific digital competences.
Ook in Nederland kennen we dergelijke kaders, zoals de Kennisbasis ICT (ADEF), Competentieprofiel ICT voor lerarenopleiders (VELON/themagroep ICT en de lerarenopleider), Eindkwalificaties Leren en lesgeven met ICT (HAN/iXperium) en ICT-bekwaamheid van de leraar van Kennisnet. DigCompEdu betreft eigenlijk een synthese van dergelijke kaders uit de lidstaten van de EU, niet om deze kaders te vervangen maar eerder om een gezamenlijke referentiekader te creëren voor ten behoeve van discussies en doorontwikkeling van deze kaders. Je zou er bestaande frameworks mee kunnen valideren. (Hoge)scholen die de ICT-bekwaamheid van docenten op de agenda hebben staan kunnen het framework gebruiken voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid.
Competencies
Onderstaande figuur geeft de zes competentiegebieden aan met daarin de professionele activiteiten van docenten.
1. Professional engagement
ICT inzetten voor communicatie met lerenden, ouders en andere stakeholders, samenwerking met andere professionals, en de eigen professionele ontwikkeling, waarbij persoonlijke en collectieve reflectie op de didactische ICT-bekwaamheid van belang is.
2. Digital resources
Verwerven, verwerken, creëren en delen van digitale middelen. Het betreft hier ook de informatievaardigheden en mediawijsheid van docenten.
3. Teaching and learning
De beredeneerde inzet van ICT voor leren en lesgeven. Het betreft hier het ontwerpen, plannen en uitvoeren van de didactische inzet van ICT in de verschillende fases van het leerproces. Het framework gaat er vanuit dat het daadwerkelijke potentieel van ICT naar voren komt in learner-centred processes. De rol van de digitaal bekwame leraar is het begeleiden van de lerende bij leeractiviteiten waarin de lerende een autonomere rol ontwikkeld, en waarin de lerende ook van en met andere leert. De docent zet ICT in om het zelfregulerend leren van de lerende te ondersteunen.
4. Assessment
De inzet van ICT om bestaande toetsing- en assessmentstrategieën, zowel formatief als summatief, te ondersteunen en te versterken, maar ook om innovatieve benaderingen van assessment te faciliteren. De docent kan omgaan met learning analytics, en deze data op een verantwoorde manier gebruiken ten behoeve van leren en lesgeven. De docent kan ICT inzetten om gerichte feedback te geven aan lerenden, op het moment dat het nodig is.
5. Empowering Learners
De inzet van ICT ten behoeve van inclusief onderwijs, differentiatie en gepersonaliseerd onderwijs (rekening houden met verschillen), en om de actieve betrokkenheid van de lerende bij zijn eigen leerproces te bevorderen.
To use digital technologies within pedagogic strategies that foster learners’ transversal skills, deep thinking and creative expression.
6. Facilitating Learners’ Digital Competence
Het bevorderen van de digitale bekwaamheden van de lerenden: het kritisch, creatief en verantwoord gebruik van ICT ten behoeve van informatievoorziening, communicatie, ontwikkelen van digitale content, eigen veiligheid en welzijn en problem-solving. Informatievaardigheden, mediawijsheid en creëren van digitale content: digitale geletterdheid (zie ook Handboek Digitale Geletterdheid).
Progression model
DigCompEdu beschrijft niet alleen welke digitale competenties docenten zouden moeten beheersen, het gaat ook in op de ontwikkeling van deze competenties. De indicatoren worden uitgewerkt met enkele voorbeelden van activiteiten. Vervolgens zijn de indicatoren gekoppeld aan een ontwikkelingsmodel met zes niveaus, zie afbeelding hieronder. Via een rubric kun je een inschatting maken van de focus (niet zozeer het niveau) die je hebt op de didactische inzet van ICT (ik stel voor via een 360 graden methodiek: de docent, de collega, de lerende, de leidinggevende). Het model is bedoeld om de docent te helpen bij het maken van een sterkte-zwakte analyse.
De niveaus zijn gebaseerd op de taxonomie van het Common European Framework of Reference for Languages (CEFR). A1 betreft de nieuwkomer, de docent die wel bewust is van de potentie van ICT, maar er nog niet of nauwelijks mee in aanraking is gekomen. A2 is de ontdekker, de docent die de mogelijkheden van ICT wil verkennen, en op zoek is naar voorbeelden en inspiratie. B1 betreft de integreerder, de docent die ICT op verschillende manieren en in verschillende contexten toepast en daar van leert. Met voldoende tijd voor experimenteren en reflectie kan deze docent zich ontwikkelen tot expert (B2). Een expertdocent heeft vertrouwen in eigen kunnen, zet ICT beredeneerd en creatief in om zijn handelen, en het leren van zijn lerenden te versterken. Docenten die dit structureel doen, en het ook uit kunnen leggen aan anderen (professioneel redeneren) en als rolmodel voor andere collega’s fungeren zijn leiders (C1). Het laatste niveau betreft die van de pionier (C2). Dit zijn docenten die experimenteren met nieuwe innovatieve en complexe technologieën en/of nieuwe didactische benaderingen. Pioneers are a unique and rare species.
De omschrijvingen zeggen dus iets over de focus van de docent ten aanzien van de inzet van ICT, maar geeft ook informatie over zijn mogelijke rol ten aanzien van dit onderwerp in het team. Als het gaat om de innovatieve inzet van ICT in de onderwijspraktijk is het van belang dat alle rollen aanwezig zijn, en dat men zich kan doorontwikkelen.
Tot zover! Je kan het framework hier downloaden.
Ga ik even rustig voor zitten om te lezen. Is intressant voor mijn onderzoek😃
Groeten Jojanneke
Ben benieuwd Jojanneke! Succes daarmee!