Via een tweet van @dorinedocent kwam ik op de blog van Ronny Lohuis een interessante bijdrage over formeel en informeel leren tegen. Lohuis beschrijft formeel- en informeel leren via een aantal dimensies:
- Gepland vs. toevallig (de dimensie serendipiteit)
- Gestuurd vanuit cursist of vanuit de docent/organisatie (de dimensie sturing)
- Alleen, geïsoleerd vs. met en in een groep leren (de dimensie sociale structuur)
- In of buiten de situatie waarin het toegepast kan worden (de dimensie context)
Hij gebruikt dit model om werkvormen en leersituaties in af te zetten, om vandaar uit bewust keuzes te kunnen maken over verdere uitwerking en ondersteuning. Een praktisch, bruikbaar model, die we in een iets andere vorm ook hebben toegepast in het onderzoek Students’ Voices II.
Bij informeel leren gaat het om incidenteel leren, het leereffect komt van een onbedoelde opbrengst van een activiteit. Bij formeel leren gaan we uit van een ontwerp, met vooraf bepaalde leerdoelen, waar volgens mij ook altijd sprake is van ’toevallig leren’. Als je kijkt naar de context van de school dan is er altijd sprake van een combinatie. En binnen de context van school is er bij informeel leren altijd sprake van een intentie.
De dimensie ‘sturing’ blijft interessant. In deze dimensie wordt zichtbaar bij wie het vertrekpunt van leren ligt, bij de lerende of de docent. Ik ben zelf een docent die zoveel mogelijk ‘uit de weg van het leren van de lerende’ probeert te gaan, daarmee ruimte scheppend voor informele leerprocessen bij de lerende, met als resultaat een groter leereffect en eigenaarschap over het geleerde. Maar omdat te bereiken moet ik de juiste voorwaarden scheppen. Of niet? Heerlijk onderwerp dit.
Afbeelding:business-strategy-innovation.com