De afgelopen weken heb ik geschreven over de complexiteit van online asynchrone discussies. De affordances van online asynchrone discussieomgevingen voor leren zijn goed beschreven in de literatuur, en zo ook de beperkingen. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk in een asynchrone discussie? Wat maakt dat participeren in een online discussie bijdraagt aan leren? Bain verkent dit door het analyseren van bijdragen van studenten in een online discussie, en vangt deze analyse in een schema voor leren door online discussie.
Leren door articulatie
In een asynchrone discussie wordt het leren zichtbaar gemaakt door het schrijven van een bijdrage. Bain verwijst naar Bereiter & Scardamelia die schrijven dat the act of composing helps to shape and develop understanding, waarbij de kwaliteit afhangt van in hoeverre je kritisch naar dit schrijfproces kijkt. Het is een proces van het externaliseren of articulatie van het eigen denken, en dit draagt bij aan het verdiepen van dit denken. Vervolgens gaat het in asynchrone discussievormen ook om articulatie van het denken van de student zodat anderen daar kennis van kunnen nemen en om daar vervolgens weer op te reageren. Zo ontstaat er collective, shared thinking. Het asychrone karakter van de online discussieomgeving maakt dat studenten meer tijd hebben om eigen gedachten te verdiepen en vorm te geven middels een bijdrage, en ook meer tijd hebben om te reflecteren op bijdragen van anderen. Dat dit proces complex is en dat een constructive dialogue of learning niet vanzelfsprekend is heb ik in eerdere bijdragen over dit onderwerp al verkent.
Framework for learning through online discussion
Onderstaande afbeelding betreft het schema dat Bain heeft samengesteld op basis van het analyseren van de online discussiepatronen van zes studenten uit het hoger onderwijs in het Verenigd Koninkrijk. Er is hier sprake van de methodiek grounded theory, met als resultaat het model voor leren door online discussie, vanuit het perspectief van de lerende. Dat maakt het voor mij interessant om het model te begrijpen, wat ik o.a. doe door deze hieronder toe te lichten.
De bovenste helft van het schema beschrijft de mogelijkheden van leren voor de individuele student, de onderste helft van het schema beschrijft de mogelijkheden voor leren voor anderen van de groep, als het gevolg van het articulatie van hun denken en het reflecteren op de bijdragen van anderen.
We beginnen linksbovenaan in het schema. De student participeert in een leeractiviteit die de student uitnodigt om kritisch te denken. Dit proces is niet zichtbaar: covert individual thinking (1). De student neemt wel kennis van bijdragen van andere studenten uit de groep. Het lezen van deze bijdragen maakt dat er verbindingen worden gemaakt tussen het denken van anderen en het eigen denken. Het denken van de student wordt geïnformeerd door anderen. Wellicht wordt de student bevestigd in zijn eigen denken, maar hij kan ook aan het twijfelen worden gebracht waardoor hij zijn eigen denken gaat herzien, en misschien wel aanpast. Ook dit proces is niet zichtbaar: covert collective informed thinking (2).
Studenten uit het onderzoek benoemen de voordelen van articulatie (3), het zichtbaar maken van het eigen denken door het opstellen van een bijdrage in de discussie, een proces van schrijven en herzien voordat een bericht gepost wordt. Het schrijven bevordert weer reflectie en is van invloed op het eigen denken.
Bain beschrijft twee type bijdragen (3). Je draagt bij aan de discussie door in je bijdrage te verwijzen naar het denken van anderen in de groep. Het eigen denken wordt zichtbaar maar draagt ook bij aan shared understanding: overt collective thinking (4). Je kan ook een bijdrage schrijven waar alleen het eigen denken zichtbaar wordt gemaakt, maar zonder verbinding te maken met het denken van anderen: overt individual thinking (4).
De onderste laag beschrijft in principe dezelfde processen, alleen vanuit het perspectief van de anderen in de groep. Anderen in de groep lezen de bijdragen van anderen, reflecteren hierop en maken dit denken zichtbaar in een bijdrage. Waar in de bovenste laag van het schema het denken van student X geïnformeerd wordt door de bijdragen van de groep, informeert in de onderste laag student X het denken van anderen in de groep.
Bains schrijft thus all learners have the opportunities to benefit from the thinking of others, and from articulating their own thinking. Maar ook:
Computer mediated communication will only be as good for collective thinking as its users make it. If learners are not fully aware of the opportunities for developing learning through CMC then the result may be a lack of overt engagement which impacts on the individual and other learners in the group.
En dat is herkenbare problematiek in online asynchrone discussies.
Tja, bovenstaande lijkt vanzelfsprekend, maar door het schema wordt de complexiteit zichtbaar. Dit schema is ontstaan uit analyses vanuit een studentperspectief. Ik ben benieuwd naar de rol van de docent, de tutor. Die maakt in dit model deel uit van de ‘anderen in de groep’, en die articuleert net als de mede-studenten zijn denken. Dat zijn wel hele belangrijke gedachten, want die kunnen misconcepties in de discussie helpen voorkomen.
Daarom denk ik dat een ander model ook interessant is om het proces van asynchrone discussie mee te beschrijven, het Conversational Framework van Laurillard, die ook de rol van de docent meeneemt in de complexe dialoog. Die oefening ga ik binnenkort eens doen.
Bestudeerd:
Bain, Y. C. (2011). Learning through online discussion: a framework evidenced in learners’ interactions. Research in Learning Technology, 19.