Studenten van de masteropleiding Leren & Innoveren verwerken de literatuur o.a. door de inzet van asynchrone discussievormen, via het traditionele discussieforum en annotatie-opdrachten. Asynchrone discussievormen kunnen het diepgaander verwerken van literatuur en leren met en van elkaar op allerlei manieren ondersteunen, maar het is een uitdaging om het effectief te laten zijn. Over de complexiteit van asynchrone discussievormen schreef ik al hier en hier. Hoe kun je leerprocessen via asynchrone discussievormen effectief stimuleren?
Dit is de vraag die centraal staat in het artikel van Jakko van der Pol en Wilfried Admiraal (2003). Jakko van der Pol heeft zijn promotieonderzoek gewijd aan dit thema, en was ook eigenaar van de nu niet meer toegankelijke toepassing Annotatiesysteem, die in de masteropleiding werd ingezet voor literatuurverwerking en peer review.
Voordelen
Van der Pol en Admiraal benoemen allereerst de veronderstelde voordelen van het inzetten van asychrone discussievormen ten behoeve van literatuurverwerking:
- stimuleren van reflectie door mogelijkheid om informatie te laten bezinken en tijd te nemen voor het formuleren van een reactie;
- stimuleren van het opnieuw bestuderen van reeds bestudeerde literatuur;
- de leerstof wordt verankerd in bestaande opvattingen, doordat studenten deze inbrengen in de discussie en moeten verantwoorden;
- studenten oefenen bepaalde academische vaardigheden;
- het asynchrone karakter van de discussie maakt dat onderwijs niet afhankelijk is van alleen contactmomenten;
- concepties van studenten worden zichtbaar en zijn input voor verdere bespreking en begeleiding.
Complexiteit
Maar deze potentiële voordelen worden niet zomaar bereikt, stellen de auteurs. Net als in mijn vorige bijdragen over dit onderwerp wordt de complexiteit van asynchrone discussievormen benoemt.
het kost veel tijd en moeite om elektronisch te discussiëren en heeft de samenwerking vooral nut als alle deelnemers die moeite erin stoppen
En zelfs wanneer een discussie wel goed loopt zijn er verschillende redenen waarom de feedback die studenten elkaar geven niet optimaal bijdragen aan het leerproces, geven de auteurs aan. Er zijn dus verschillende ingrediënten nodig om een discussie te laten werken. Hoe komt een discussie überhaupt tot stand, hoe blijft die ‘in leven’ en hoe kan je de kwaliteit van de discussie verbeteren?
Levendige discussie
De auteurs beschrijven een hierarchie van eisen (zie afbeelding hieronder) waaraan een asynchrone discussievorm moet voldoen: (1) er dient een stroom te zijn met voldoende berichten, (2) de berichtgeving gaat over de leertaak en over de leerstof, (3) er wordt nieuwe kennis toegevoegd in de discussie en dat de berichten op elkaar (4) aansluiten, zodat verschillende ideeën met elkaar verbonden worden en er ook daadwerkelijk aan kennisconstructie wordt gedaan. Het kost meer moeite om een bericht te schrijven dat voldoet aan alle vier de eisen, dan een bericht dat voldoet aan eis 1 en 2.
Voorwaardelijk is dat de asynchrone discussievorm structureel is ingebed in een curriculumonderdeel. Het is duidelijk wat de doelen en opbrengsten zijn van de discussievorm, en wat er van student en docent verwacht wordt. Bij het lectoraat TLT zeggen we dan: de inzet is vanzelfsprekend en onontkoombaar.
Respons genereren kan je bijvoorbeeld doen door te werken met stellingen, mits deze als zinnig worden ervaren door studenten en aansluiten bij hun niveau. De dialoogbenadering is van invloed op de ervaren laagdrempeligheid voor studenten om te participeren. Hoe zorg je ervoor dat de student zich vrij voelt om bij te dragen aan de discussie? Hier speelt beoordeling ook een rol bij. Het onderwerp van discussie is ook van invloed op de respons: praktische onderwerpen roepen meer reacties op dan theoretische onderwerpen. De auteurs geven wel een maximum aan het aantal berichten binnen een discussie: ongeveer 40.
De begeleiding speelt een belangrijke rol in het verloop van de discussie. Er is sprake van een spanningsveld in hoeverre je als docent in de discussie moet sturen, geven de auteurs aan. Het doel is dat studenten door middel van asynchrone discussievormen samen betekenis creëren. Het initiatief ligt dan bij studenten en bij te sterke sturing van de docent ontstaat er afhankelijkheid van de docent en stokt het collaboratieve proces. Je kan de sturingsverantwoordelijkheid ook geleidelijk geven aan de studenten, door eerst sterk te sturen met voorbeelden en oefenen, om vervolgens de student meer zelfverantwoordelijkheid te laten nemen. Afnemende begeleiding, toenemende complexiteit.
De derde eis in de hierarchie betreft het toevoegen van nieuwe kennis, over de verwerkte literatuur, in de discussie. Dat is lastiger dan het toevoegen van een eigen ervaring. Maar zelfs al voldoet een discussie aan de eerste drie eisen dan nog leidt dat niet vanzelfsprekend tot die conversational mode of learning. En hier kan de aansluiting tussen de berichten een belangrijke rol spelen, geven de auteurs aan. Met aansluiting worden hier de verbindingen tussen verschillende ideeën in de discussie bedoeld. Nieuwe kennis wordt wel toegevoegd, maar worden vervolgens niet goed met elkaar verbonden: er wordt weinig nieuwe kennis geconstrueerd. Hoe komt dat?
Vrijheid
Allereerst geven de auteurs aan dat de gangbare face-to-face dialoogtheorieen niet zonder meer opgaan voor voor online asynchrone discussiës, en dat die laatste meer vrijheid lijkt te bieden dan bij face-to-face discussies. In een face to face discussie is er meer sprake van turn-taking, het heen en weer gaan van de beurt om te praten: meer interacties. Bij online asynchrone discussievormen is het aantal interacties kleiner, ontbreekt bovendien de non-verbale communicatie, en kan de discussie zich al snel verbreden waardoor het voor de studenten moeilijker wordt om conclusies te trekken. In mijn vorige bijdragen over dit onderwerp schreef ik dat het ontwerp van de asynschrone discussieomgeving vaak niet helpt in deze.
De sociale verwachtingen zijn ook anders bij asynchrone discussie. In een face-to-face discussie ga je toch al snel ‘sociaal wenselijk’ participeren. Dat is minder vanzelfsprekend in een online asynchrone discussie. Er is vrijheid om zelf je onderwerp van je bijdrage te kiezen en je bent vaak vrij om te reageren op bijdragen van anderen. En het niet ontvangen van reacties is niet goed voor de motivatie, en ook niet voor het proces van samenwerkend leren. Het uitspreken van wederzijdse verwachtingen is daarom dan ook belangrijk, net als een klimaat waarin studenten elkaar aanspreken op hun wederzijdse verantwoordelijkheid. Gedeelde visie op taak en proces. Gedeelde focus of common ground.
Common ground
In een asynchrone discussie wordt er gebruik gemaakt van taal. Studenten geven persoonlijke invulllingen aan begrippen en hebben verschillende referentiekaders. Dat maakt dat er al snel langs elkaar heen gepraat kan worden, en dat gaat ten koste van de meerwaarde van de feedback. Studenten dienen elkaars bijdragen dus grondig te bestuderen, en daar leent de online asynchrone discussieomgeving zich eigenlijk niet goed voor. Een bijdrage als respons schrijven, waarin een student verbindingen legt tussen ideeën uit verschillende bijdragen, kost de student meer moeite. De interactiekosten worden groter.
De instructie en begeleiding van de docent kan de aansluiting tussen berichten verhogen. De docent die rolmodel is als moderator waardoor studenten het gedrag gaan overnemen. Of door het plaatsen van een voorbeelddiscussie zodat het de studenten duidelijk is wat er van ze verwacht wordt.
Hoe kun je de kosten van het schrijven van aansluitende berichten verlagen? Bij meer en kortere berichten is de kans groter dat deze beter gelezen worden, en makkelijker te interpreteren zijn, geven de auteurs aan. Als de discussie op basis van een enkel artikel of boek is dan levert dat meer aansluitende berichten op, mogelijk doordat er dan sprake is van een hoger niveau van common ground. De mate van common ground wordt ook bepaald door de groepssamenstelling van een groep studenten.
Gedachten
Door het bestuderen van wetenschappelijke literatuur over online asynchrone discussievormen verzamel ik ontwerpeisen voor het ontwerpen en uitvoeren van effectieve online dialogen, die een belangrijke rol spelen in de opleiding waar ik studiebegeleider ben. Omdat het een blended opleiding betreft ben ik dus ook een online studiebegeleider en moderator van online leerdialoog. Uit eigen ervaring herken ik de complexiteit van asynchrone discussies die in literatuur beschreven wordt.
Wat wil ik nog weten ten aanzien van dit onderwerp? Ik wil meer zicht krijgen op het leerproces ten aanzien van asynchrone discussie over onderwerpen in bestudeerde literatuur. Hoe vindt kennisconstructie idealiter plaats. Welke factoren dragen bij aan een effectief leerproces.
Ik realiseer mij ook dat het lezen/schrijven over online asynchrone discussievormen mij ook helpt bij het nadenken over de effectieve inzet van de digitale leeromgeving in zijn algemeen. De digitale leeromgeving speelt een belangrijke rol in het toekomstgerichte en flexibele hoger onderwijs, maar die net zo makkelijk het leren van de student kan belemmeren, doordat de interactiekosten te hoog worden.
To be continued dus…
Bestudeerde bron:
Pol, J. Van Der, & Admiraal, W. (2003). Het succesvol inzetten van asynchrone elektronische discussies. Onderzoek van Onderwijs