Studenten die in een blended leeromgeving met elkaar van gedachten wisselen over de bestudeerde literatuur is een belangrijk onderdeel van de masteropleiding Leren & Innoveren, maar het is een uitdaging om het effectief te laten zijn. De complexiteit van ayschrone discussievormen, bijvoorbeeld via een digitaal forum of annotatie-omgeving, beschreef ik eerder deze week. Ook Gao et al. onderschrijven deze complexiteit, én een model om asynchrone discussieomgevingen te analyseren.
Threaded discussionforums
Gao et al. (2013) schrijven in hun paper over de populariteit van asynchrone discussieomgevingen in het onderwijs, en dan vooral de traditionele ’threaded’ discussiefora, om dialoog, reflectie, kennisconstructie en self-assessment te bevorderen.
Participating in asynchronous online discussion by sharing thoughts, asking questions, and providing feedback is one of the major means to support interaction and build communities in online learning environments.
Maar, zo stellen de auteurs, het traditionele discussieforum lijkt niet de beste omgeving te zijn om de interactieve en collaboratieve processen te ondersteunen die nodig zijn om tot een conversational model of learning te komen. Het ontwerp van de fora, met zijn ‘draden’, maakt dat het lastig is voor studenten om focus te ontwikkelen en vast te houden. Zie vorige blogpost over dit onderwerp.
De auteurs benoemen ook dat de interactie vaak niet zo betekenisvol is. Studenten posten beknopte representaties van eigen ideeën, zonder die van anderen te bekijken of daar op te reageren. Gebrek aan interactie. Doordat de discussie zich vaak in verschillende draden afspeelt, is het ook lastig om een synthese te maken van meerdere ideeën. Discussies blijven vaak aan de oppervlakte, er wordt informatie gedeeld of met elkaar vergeleken, en een dieper niveau waar sprake is van bijvoorbeeld synthese van informatie wordt vaak niet bereikt.
De kwaliteit van online asynchrone discussievormen is afhankelijk van meerdere factoren. Je hebt natuurlijk goede instructies en spelregels nodig die een goede discussie mogelijk maken. Daarnaast vraagt het van studenten vaardigheden t.a.v. het voeren van een discussie en van moderatoren vaardigheden om een discussie goed te begeleiden. Maar de auteurs geven aan dat de kwaliteit van een online asynchrone discussie ook beïnvloedt kan worden door het ontwerp en structuur van de discussieomgeving, en dat dit vooral het geval is bij de ’threaded’ discussiefora.
Productive Discussion Model
Om asynchrone discussieomgevingen te analyseren is het van belang om te weten wanneer een discussie bijdraagt aan leren. Hiervoor beschrijven de auteurs het Productive Discussion Model van Gao, Wang & Sun (2009). Een discussie is productief als er sprake is van (1) discuss to comprehend, (2) discuss to critique, (3) discuss to construct knowledge en (4) discuss to share.
1. Discuss to comprehend
Een productieve discussie vraagt van studenten dat ze de thema’s waar over gediscussieerd wordt in de discussiefora goed begrijpen. Vanuit een cognitieve benadering van leren wordt informatie betekenisvol verwerkt en onthouden als studenten vragen stellen over de inhoud, de inhoud gaan interpreteren, elaboratie toe passen en verbinden met eigen voorkennis.
2. Discuss to critique
Het betreft hier het belang van argumenteren in een online discussie. Het lezen van bijdragen van andere studenten is een ervaring die een cognitief conflict kunnen opleveren. De student trekt zijn eigen begrip en standpunt ten twijfel, en verkent nieuwe richtingen, om vervolgens begrip en standpunten bij te stellen. Een constructivistische benadering van leren.
3. Discuss to construct knowledge
Vertrekkend vanuit het vorige aspect, is in een productieve discussie de sociale interactie van groot belang. De individuele student komt in aanraking met perspectieven van anderen, vergelijkt die met zijn eigen perspectief, en bespreekt de verschillen/overeenkomsten met als resultaat een dieper begrip van het onderwerp.
4. Discuss to share
Lerenden in een asynchrone discussieomgeving maken deel uit van een community of practice, een leergemeenschap. Vanuit dit perspectief is er sprake van een productieve discussie als lerenden elkaar ondersteunen, en een gedeelde visie ontwikkelen ten aanzien van de taak en het proces.
Asynchrone discussieomgevingen
Op basis van een analyse van dertien onderzoeken (beknopt dus) zijn de auteurs tot een indeling van vier typen van asynchrone discussieomgevingen gekomen. Er worden wat voorbeelden van omgevingen genoemd, maar de meeste van deze voorbeelden lijken niet meer te bestaan.
1. Constrained environments
Discussieomgevingen die zo zijn ingericht dat ze studenten ondersteunen in het voeren van een discussie op een bepaalde manier. De digitale omgeving helpt bijvoorbeeld bij het formuleren van argumenten (note starters), vraagt de student bijdragen te ’taggen’, en begeleidt de studenten in de stappen van argumenteren. Het zijn omgevingen die studenten leren om met elkaar te discussiëren, en helpen om de gewenste cognitieve processen bij studenten te triggeren.
Het gaat hier om scaffolding, en richt zich met name op de aspecten discuss to critique en discuss to construct knowledge. Nadeel van de strakke structuur is dat de discussie wat kunstmatig overkomt, en ook in de weg kan staan van een verdiepende discussie. Teveel divergentie in een discussie is niet goed, maar te weinig is weer wat saai.
2. Visualized environments
Het betreft hier omgevingen die een grafische representatie geven van de inhoud en het verloop van de discussie, door middels beelden en vormen verschillende standpunten en onderlinge relaties te representeren. Ik denk aan concept maps. Juist het samen creëren van een dergelijke concept map bevordert cognitieve processen, gericht op het bevorderen van analytisch denken (discuss to critique) en kennisconstructie (discuss to construct knowledge).
Als voorbeeld wordt o.a. Belvedere genoemd. De vraag is in hoeverre het visualiseren bijdraagt aan de discussie. Discussies kunnen dermate gecompliceerd worden of lang duren, zeker in het geval van online asynchrone discussies, dat de interactiekosten voor de student te groot worden.
3. Anchored environments
Discussie moet gericht zijn op het onderwerp, gedurende een langere periode, om een positief effect op leren te hebben. De discussieomgeving en de bron waarover gediscussieerd wordt tref je aan in één omgeving. De auteurs halen hier het onderzoek van Van der Pol aan die de kwaliteit van discussie in het Annotatiesysteem (een voorbeeld van een anchored system, maar helaas niet meer online beschikbaar) vergeleek met discussie in een traditioneel discussieforum in BlackBoard.
Kort door de bocht is het resultaat dat de discussie in het Annotatiesysteem meer gericht waren op de tekst, en efficiënter georganiseerd kon worden. Dit heeft te maken met de interactiekosten waar ik mijn vorige blogpost over dit onderwerp schreef. Met name discuss to comprehend en discuss to critique worden hiermee bevorderd, volgens de auteurs.
Discuss to construct knowledge en discuss to share is in deze omgeving lastiger, geven de auteurs aan, omdat doordat opmerkingen gekoppeld zijn aan verschillende locaties in een tekst het een uitdaging kan zijn om ideeën met elkaar te vergelijken, of een synthese te maken van verschillende ideeën. En welk effect heeft dat op het leggen van verbindingen met het bestaande cognitieve schema van de student?
4. Combined environments
Systemen die meer dan een van bovenstaande types integreren. Als voorbeeld wordt o.a. het Knowledge Forum van Scardamelia & Bereiter genoemd, waar alle drie de typen naar voren komen. Maar dat ziet er ook wat gedateerd uit.
Ten slotte
In dit paper beschrijven de auteurs een onderzoek naar asynchrone discussieomgevingen die mogelijk de beperkingen van een ’threaded’ discussieforum weg kunnen nemen. Het ontwerp van de discussieomgeving kan het leren door te participeren in een discussie bevorderen of beperken.
Het model en de indeling in omgevingen vind ik interessant (de voorbeelden helaas gedateerd) en het helpt mij in het ordenen van informatie over asynchrone discussieomgevingen.
De auteurs geven aan dat de discussieomgeving op zichzelf niet garant staat voor een effectief leerproces, en dat de kwaliteit van de asynchrone discussie afhankelijk is van meerdere factoren, zoals bijvoorbeeld het ontwerp van de leeractiviteiten, karakteristieken van studenten, etc.
Zij vragen zich ook af of een enkele discussieomgeving ook wel genoeg is. Leren is een complex systeem gericht op het integreren van kennis, vaardigheden en houding, en dat vraagt mogelijk een complexere leeromgeving waarin asynchrone discussieomgevingen met andere technologieën wordt geïntegreerd om het leren te faciliteren.
Volgens mij heeft iedere omgeving naast elementen die het leren door discussie bevorderen ook elementen die die het weer beperken. Het is een verhaal van affordances, en dat vraagt van de moderator kennis van deze affordances om dergelijke omgevingen effectief in te richten en in te zetten met studenten.
Bestudeerde bron: